De locatie bevindt zich in het noorden van het West-Vlaams cuestaland, een tertiair heuvellanschap in het Polder-Leie interfluvium. Door een verschil in weerstand van de tertiaire lagen ontstonden opeenvolgende brede WNW-OZO georiënteerde cuestaruggen met zuidwaarts gerichte cuestafronten en naar het noorden aflopende cuestaruggen. Het projectgebied bevindt zich op de cuesta van Lotenhulle-Hertsberge die in het noorden langzaam overgaat in de depressie van Beernem. Op deze cuestarug bevindt zich ter hoogte van het projectgebied nog een restant van een jongere tertiare afzetting, de zogenaamde 'getuigenheuvel van Aalter'.

Een terrein van 2365m2 naast een nieuwe verkaveling aan de Raasakker en Oostmolenstraat in Aalter wordt ontwikkeld. Op het terrein zal een nieuwe weg worden aangelegd om een uitbreiding aan de verkaveling te maken, en een zone met openbaar groen.
De resultaten van het archeologisch vooronderzoek tonen aan dat er binnen de westelijke helft van het plangebied sporen uit de Romeinse periode en mogelijk ook oudere karresporen bewaard zijn.
Er werd geadviseerd om deze zone van 1042m2 op te graven.
In de oostelijke helft van het projectgebied zijn geen relevante sporen aangetroffen, enkel grachten uit de nieuwe of nieuwste tijd. Voor deze zone werd geen verder onderzoek geadviseerd.
De zone ten westen en zuiden van het plangebied moet ook opgegraven worden. Hiervoor zal een aparte archeologienota opgemaakt worden.
Tijdens het proefsleuvenonderzoek is een grote densiteit van sporen aangetroffen met daarin veel vondsten. Het betreft zowel kuilen, paalsporen en grachten. Het aardewerk plaatst de sporen in de 2de eeuw tot eerste helft van de 3de eeuw n. Chr. Een kuil met ijzerslakken laat vermoeden dat in de omgeving aan ijzerproductie gedaan werd.
Na het proefsleuvenonderzoek, en door het aantreffen van een groot aantal ijzerslakken, is ervoor gekozen om een aanvullend geofysisch onderzoek te doen. Het geofysisch onderzoek geeft aan dat er binnen het plangebied indicaties zijn voor de bewaring van bodemsporen en concentraties aan metaalslakken.