Op het strand van Knokke, ter hoogte van de Zwinmonding (de dichtgeslibde Zwingeul), vlak aan de Belgisch-Nederlandse grens, voert Adede ruimingswerken uit. Ze stootten hierbij op een bakstenen constructie met beton.
De structuur kan herkend worden als een onderdeel van een vermoedelijke loopgraaf uit de Tweede Wereldoorlog, de opening mogelijk als een uitkijkpunt waardoorheen een periscoop kon gestoken worden.
In de buurt werden ook verschillende losse WO II elementen gevonden: zgn. betonnen Einmanslocher, ijzeren steunpunten voor obstakels en betonblokken met vakken. Deze blokken kunnen herkend worden als basissen voor Küsten-Mine A. In de betonblok zat een springlading van 50 kg, daarbovenop een metalen frame met op de top een ontsteker in lood. Deze mijnen werden in de kustwateren gelegd, dus niet op het strand maar in zee. Het is opmerkelijk dat en een raadsel hoe die betonnen basissen op het strand terechtgekomen zijn. Ze waren immers bedoeld om landingsboten te verhinderen de kust te benaderen.