is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 9537
Deze aanduiding is geldig sinds
Naar aanleiding van de geplande realisatie van een ontsluitingsweg met bijbehorende landschappelijke inkleding te Nieuwkerke (gemeente Heuvelland) werd een archeologisch onderzoek uitgevoerd. Hiervoor werd een totale oppervlakte van ca. 6201 m2 archeologisch onderzocht en werd een meerperiodensite aangesneden.
Hiervoor werden reeds verschillende vooronderzoeken uitgevoerd, waaronder een bureaustudie, een landschappelijk bodemonderzoek, een geofysisch onderzoek en een proefsleuvenonderzoek. Tijdens het archeologisch vooronderzoek werden 3 neolithische artefacten, een stenen hoofdgebouw van een Romeinse villa, houten bijgebouwen, kuilen en greppels, sporen van een postmiddeleeuws gebouw, mogelijk schuttersput, twee shelters, bomkraters en een graf van een Brits soldaat uit de Eerste Wereldoorlog teruggevonden. De hierin besproken archeologische opgraving vormt de laatste stap in dit traject
De oudst aangetroffen sporen kunnen gedateerd worden in de bronstijd. Het gaat om 2 kuilen waarin handgevormd aardewerk uit deze periode kon worden aangetroffen.
Uit de metaaltijden kon een graf worden aangetroffen, dat op basis van natuurwetenschappelijk onderzoek in de vorm van een C14-datering in de late ijzertijd kon worden gedateerd.
Tijdens de Romeinse periode werd het terrein goed in gebruik genomen. In de vroeg-Romeinse periode wordt een perceleringssysteem aangelegd dat zich uit in verschillende grachten en greppels binnen het projectgebied. Nog bewijzen van deze vroeg-Romeinse aanwezigheid zijn enkele gebouwplattegronden en afvalkuilen. Maar het is pas in de periode van de 1ste eeuw en begin 2de eeuw dat de site echt een enorme bloeiperiode kent.
Vermoedelijk wordt rond die tijd het perceleringssysteem voor een deel verlaten aangezien er vanaf dan muren in ijzerzandsteen worden opgetrokken met eenzelfde oriëntatie en zich ook deels op deze greppels bevinden. De exacte functie van deze muren is evenwel niet duidelijk.
Nog in deze periode kunnen verschillende afvalkuilen gedateerd worden die zo goed als zeker in verband kunnen gebracht worden met de Romeinse steenbouw. In één van de afvalkuilen werd immers Romeins vensterglas aangetroffen, dat vermoedelijk afkomstig is van de steenbouw. Vensterglas doet zijn intrede omstreeks het begin van de midden-Romeinse periode.
De reden waarom de interpretatie voor de Romeinse steenbouw wat uitblijft is het feit dat er maar een beperkt deel van kon worden vrijgelegd. Het projectgebied heeft maar een beperkte breedte en het was duidelijk dat deze steenbouw zich nog verder uitstrekte buiten het projectgebied.
Binnen deze muren werden ook enkele begravingen aangetroffen. Het betrof telkens graven met een Romeinse datering, ook eerder in de midden-Romeinse periode. De link met de steenbouw is evenwel niet duidelijk. Op basis van het aangetroffen vondstmateriaal kon evenwel gesteld worden dat het om rijke graven ging. Één van de graven was mogelijk geplunderd in de vroege middeleeuwen. De vondsten betroffen onder meer recipiënten uit glas, een munt, aardewerk (waaronder ook terra sigillata) en metaal.
Uit de periode van de late middeleeuwen werden ook sporen aangetroffen, waarbwaaronder verschillende bouwplattegronden en een baksteenoven. Deze kan op basis van aangetroffen aardewerk gedateerd worden in de 14de eeuw. Dit komt min of meer overeen met de grote bloei van Nieuwkerke omwille van de lakennijverheid. Deze bloei zet zich nog een tijd verder en wordt verder gesteund door bloeiende vlas- en textielnijverheid.
Op de historische kaarten is de Britse aanwezigheid duidelijk waar te nemen en dit werd tijdens de opgraving ook herkend door middel van verschillende fragmenten van Britse uitrustingen en door de aanwezigheid van de stoffelijke resten van 3 soldaten van de Glasgow Highlanders (onderdeel van de Highland Light Infantry). Deze werden allen onderzocht en gelicht in de nabijheid van een fysisch antropoloog. De resten werden aangetroffen in schuttersputten. Op basis van historische bronnen was geweten dat Nieuwkerke serieus onder vuur werd genomen tijdens de Lente-offensieven van april 1918 waarbij de Duitsers probeerden om door te stoten tot aan de Noord Franse kust. Dit verliep echter niet zonder slag of stoot, aangezien verschillende relicten uit deze periode zijn aangetroffen.
Auteurs: Polfliet, Bruno; Cornelissen, Yasmine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Ruben Willaert nv
Beschrijving:
Uit de metaaltijden kon een graf worden aangetroffen, dat op basis van een C14-datering in de late ijzertijd kon worden gedateerd.
Beschrijving:
Drie vuurstenen artefacten
Beschrijving:
Uitbraaksporen van funderingen in ijzerzandsteen van een steenbouw en haard of oven, hoofdgebouw/porticusvilla. Houtbouwsporen (paalkuilen) van verschillende bijgebouwen. Waterkuil of waterput, kuilen en greppels.
Tijdens de opgraving kwamen meerdere Romeinse sporen aan het licht: In de vroeg-Romeinse periode wordt een perceleringssysteem aangelegd dat zich uit in verschillende grachten en greppels binnen het projectgebied. Nog bewijzen van deze vroeg-Romeinse aanwezigheid zijn enkele gebouwplattegronden en afvalkuilen. Maar het is pas in de periode van de 1ste eeuw en begin 2e eeuw dat de site echt een enorme bloeiperiode kent. Vermoedelijk wordt rond die tijd het perceleringssysteem voor een deel verlaten aangezien er vanaf dan muren in ijzerzandsteen worden opgetrokken met eenzelfde oriëntatie en zich ook deels op deze greppels bevinden. Er werd al snel gedacht aan de aanwezigheid van een villa. Nog in deze periode kunnen verschillende afvalkuilen gedateerd worden die zo goed als zeker in verband kunnen gebracht worden met de Romeinse steenbouw.
Binnen deze muren werden ook enkele begravingen aangetroffen. Het betrof telkens graven met een Romeinse datering, ook eerder in de midden-Romeinse periode. De link met de steenbouw is evenwel niet duidelijk.
Beschrijving:
Resten van een gebouw (uitbraakspoor en verdieping van een vloer of kelder), baksteenoven, twee poelen, kuilen en greppels en een wegtracé. De baksteenoven is van een type dat in de nieuwe tijd gedateerd wordt. De gebouwsporen houden misschien verband met een gebouw dat op de historische kaarten voorkomt.
Uit de periode van de late middeleeuwen konden ook heel wat zaken herkend worden, waarbij de baksteenoven zeker het belangrijkst is om te vermelden. Deze kan op basis van aangetroffen aardewerk gedateerd worden in de 14de eeuw.
Beschrijving:
Mogelijk schuttersput, twee shelters en bomkraters. Graf van een Britse soldaat.
Naast de gesneuveld soldaat die werd aangetroffen in het proefsleuvenonderzoek werden nog 2 andere soldaten van diezelfde eenheid (Highland Light Infantry) aangetroffen.
De stoffelijke resten werden aangetroffen in schuttersputten die op een rij lagen, vermoedelijk als deel van een linie.
Er konden 6 shelters of schuilplaatsen worden aangetroffen. Bovenstaande shelters of schuilplaatsen werden in tegenstelling tot de schuttersputten en loopgraafsegmenten niet inderhaast uitgegraven. Deze kuilen werden voorzien van constructies doormiddel van balken en golfplaten. Een hengsel wijst op een deur en er werd teerpapier gebruikt om alles droog te houden. Hun locatie aan de wegen is wellicht niet toevallig. Mogelijk waren deze shelters hier door de Britse troepen geplaatst ter bewaking/verdediging van deze wegen.
Er konden enkele afvalkuilen worden aangetroffen, waarvan er mogelijk 1 gelinkt kan worden aan het ‘Hillside South Camp’.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Heuvelland (Nieuwkerke) Korte Mooiaardstraat [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/220870 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.