is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 6816
Deze aanduiding is geldig sinds
Alhoewel beperkt in ruimte leverde de opgraving interessante informatie op die zowel vernieuwend, als aanvullend is voor de kennis over de ontwikkeling van het prestedelijke Deinze. De data die werd ingezameld overspannen een gebruiksevolutie van het terrein over meer dan 1000 jaar.
De evolutie van het perceel start met de aanwezigheid van een vroeg- tot vol middeleeuwse akkerlaag, Deze moet zijn ontstaan en in gebruik zijn geweest in de loop van de late 9de/10de en vroege 11de eeuw. Deze laag kan worden gelinkt met de prille ontwikkeling van Deinze. Vermoed wordt dat in deze periode deze nederzetting rudimentair uit een kerk en enkele erven bestond, van elkaar gescheiden door tuintjes, akkers of wat graasland en beboste terreinen.
Dit wordt gevolgd door een eerste bebouwing van het terrein door een gebouw (huis) in vakwerkbouw. Deze fase kan in de volle middeleeuwen worden gedateerd. Een rij met ingeheide palen, vermoedelijk in functie voor een omheining, kan eveneens in deze periode worden gedateerd. Een analyse op plantaardige resten uit de paalkern leverde een datering op tussen de late 10de tot midden 12de. Opmerkelijk is het hergebruik van constructiehout waarvan een analyse wijst op een datering in late 8ste tot midden 10de eeuw.
In de loop van de late 12de en 13de eeuw zal het terrein voor ontginning van grondstof worden gebruikt. Het gaat meer bepaald om winning van de zandleem. Gelijktijdig met de vulling van deze kuilen wordt het terrein aan de straatzijde opgehoogd. Op deze ophoging ontwikkelt zich een vloerniveau dat minstens tweemaal opnieuw werd opgehoogd en opnieuw als vloer dienst deed. Ondanks er geen harde bewijzen zijn, moet hier een gebouw hebben gestaan. Een exacte datering is er niet, maar situeert zich ergens in of vlak na de 13de eeuw.
Resten uit de 14de/15de/16de eeuw zijn eerder schaars, wat mogelijk het gevolg is van latere vergravingen en het behoud van een quasi eenzelfde loopniveau.
In de periode van de late 16de/17de eeuw wordt een huis in baksteen opgetrokken. Dit huis bevat een kelderverdieping en blijft tot 2019 het basisvolume van het gebouw. In de loop van de drie eeuwen bleek het gebouw sterk onderhevig te zijn geweest aan verbouwingen. Een 17de-eeuwse afvalkuil.
Structuren uit de nieuwste tijd omvatten een kelder en 2 waterputten.
Deze resultaten sluiten aan bij gegevens van andere opgravingen en opent perspectieven voor overkoepeld onderzoek naar het prestedelijke Deinze. Daarbij moet niet enkel aandacht gaan naar de sporen en materiële vondsten. Omwille van data omtrent de vegetatie kan ook een blik worden geworpen op het middeleeuws gevarieerd landschap en de evolutie ervan.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Raap België bvba
Beschrijving:
De vullingen van de extractiekuilen bevatten onder meer baksteenfragmenten, aardewerk, dierlijk bot en houtskoolbrokken. Enkele kuilen vormen samen een structuur. Verder omvatten de sporen laat-12de/13de-eeuwse lagen, (paal?)kuilen en loopniveaus. Vast staat dat in de periode van de 12de - 13de eeuw hier een gebouw aanwezig was, en dat de vloer
minstens 3 maal is opgehoogd. Slechts één kuil kon op basis van het aardewerk in de 15de /begin 16de eeuw worden gedateerd. Naast het aardewerk werd er ook een bronzen speld aangetroffen.
Beschrijving:
De cultuurlaag betreft een ‘tuinlaag’ of een volwaardige akker. In deze laag werd aardewerk, dierlijk bot en bouwmateriaal aangetroffen. Ondanks dat er geen duidelijk deel van een huisplattegrond kon worden waargenomen, werden enkele paalsporen tijdens de verwerking ondergebracht onder één structuur. In vlak 3 kon een palenrij worden waargenomen. Het gaat om minstens drie, wellicht vier, palen. Eén paal zat veel dieper in de grond, waardoor het hout is bewaard. Het kapjaar van het hout werd gedateerd tussen 8ste en midden 10de eeuw, maar deze zou hergebruikt zijn.
Beschrijving:
Slechts één kuil kon op basis van de vondsten in de 17de eeuw worden gedateerd. De vondsten uit de kuil betreffen aardewerk, een deel van een metalen kralenketting, knikkers en dierlijk bot en schelp. Van de 5 knikkers zijn er 2 vervaardigd in natuursteen, de overige zijn in gebakken klei. Ook 2 kelders dateren van rond deze periode. De muren van de kelders waren opgetrokken in baksteen.
Beschrijving:
De recente kelder (Kelder 3) dateert uit de 20ste eeuw. De muren waren binnen de kelderruimte in het wit geschilderd. De vloer van de kelder bestond uit een laag baksteen met hierop tegels. De kelder blijkt omheen de waterput te zijn gebouwd. Er zijn twee waterputten in baksteen uit eind 18e - 19e eeuw geregistreerd
Is deel van
Historische stadskern van Deinze
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Markt 36 [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/221527 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.