waarneming

Oude Schaapmarkt

archeologisch element
ID
222045
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/222045

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 11999
    Deze aanduiding is geldig sinds

Beschrijving

Op basis van de opgravingsdata werd voor de onderzoekslocatie aan de Oude Schaapmarkt-Houtbriel te Gent een vijf-fasige periodisering opgesteld.

De eerste menselijke invloed op de site neemt aanvang in de loop van de 12de eeuw. Historisch gezien komt het onderzoeksterrein en de directe omgeving ervan rond 1100, met de aanleg van een nieuwe verdedigingsgordel, binnen de stedelijke invloedssfeer te liggen. Het toenmalige terrein bevond zich net aan de rand van de stad, in een smalle vallei die werd gevormd door één van de vele Leiemeanders.

Op een gegeven tijdstip krijgt het terrein een nieuwe bestemming als bouwgrond. Om het perceel bouwrijp te maken wordt een homogeen pakket van gemalen eikenschors of run aangevoerd. Op basis van enkele scherfjes aardewerk en een koolstofdatering wordt dit pakket in het laatste kwart van de 12de eeuw gedateerd.

Aansluitend aan deze ophoging wordt een groot natuurstenen pand, een Steen, met erf opgericht. Het ommuurde perceel had een oppervlakte van ca. 32,5m bij 18m, ca. 580m². In de zuidelijke erfmuur, naar de huidige Houtbriel toe, werd de fundering van de toegangspoort herkend. In de zuidwestelijke hoek van het erf bevond zich het woonhuis met rechthoekig grondplan van ca. 16,5m op 10,5m. Van dit pand restten nog de volledige ommuring, waarvan één gevel tot meer dan twee meter in opstand kon worden geregistreerd. In deze zuidoostelijke zijgevel bevonden zich nog de deuropening en minstens drie raamopeningen. Zowel binnen als buiten het pand waren nog diverse steunpilaren aanwezig. Net buiten het huis bevond zich eveneens de beerput met afvoergoot richting stadsgracht. Het aantreffen van een volledig natuurstenen erf uit de late 12de eeuw blijkt een unicum te zijn in de Gentse stadsarcheologie. Wat betreft de functie van dit Steen wordt in eerste instantie gedacht aan de woning van een rijke familie met status. Een naam die opduikt in de archieven is het Willem Goepsteen of de familie Masch. De hoge status van de bewoners werd aangetoond op basis van het macrorestenonderzoek dat werd uitgevoerd op de beerputvulling van de latrine. 

In de tweede helft van de 13de eeuw, omstreeks 1270, ondergaat de onderzoekslocatie (en vermoedelijk ook grote delen van de stad) een ingrijpende verandering. In kader van aanpassingen in de waterhuishouding van de binnenwateren wordt het niveau van het maaiveld met maar liefst anderhalve meter verhoogd. Het lijkt erop dat het imposante natuurstenen pand echter relatief kort in gebruik is geweest in diens oorspronkelijke vorm. Er dient zich een herbouwfase aan, waarbij het dagelijkse leven naar een hoger niveau moest worden getild. Deze ophoging heeft misschien
desastreuze gevolgen gehad voor de bewoners, voor de archeologie is dit een dankbaar gegeven gebleken. Door het ‘begraven’ van de 12de eeuwse resten werden deze namelijk uitermate goed beschermd en bleven onaangeroerd in de ondergrond.

Aansluitend aan deze tweede ophogingsfase verschijnt net naast het eerste erf een tweede Steen. Deze keer werd gebruik gemaakt van een combinatie van Doornikse (bekapte) kalksteen en bakstenen van groot formaat (lengtes van 30-31 cm). Het muurwerk wordt in de tweede helft van de 13de eeuw geplaatst. De afmetingen van dit pand konden worden gereconstrueerd op ca. 6m breedte en minstens 24m in lengte. Het huis was niet aan de straatkant gelegen, maar bevond zich minstens ongeveer 15m verwijderd van de rooilijn. Naar de exacte functie was van het tweede Steen blijft het raden. Mogelijke interpretaties zijn wederom een woning van een rijke ambachtsman met werkplaats gekoppeld aan de ‘Houtbriel’. Ook wordt op basis van archiefonderzoek ter hoogte van de onderzoekslocatie een ‘stoof’ of badhuis gesitueerd.

Op basis van de opgravingsresultaten blijkt ook dat er een grote verandering plaats vond in de 16de -17de eeuw. In deze periode kent het pand een transformatie, waarbij de oorspronkelijke invulling van het perceel overboord wordt gegooid. Het verplaatsen van de beerput van buiten het huis naar
binnen, is één van de veranderingen. De vulling van deze beerput werd eveneens in detail onderzocht en ook de laat 17de – begin 18de -eeuwse bewoners bleken toch enige welstand te genieten.

Ter hoogte van het naastgelegen tweede Steen werd vastgesteld dat het pand tot in de 18de eeuw in diens oorspronkelijke vorm werd behouden. Het kerngebouw kende verschillende uitbreidingen en er werden diverse andere muur-, kelder- en vloerfragmenten opgegraven die op basis van de gebruikte materialen in de postmiddeleeuwse periode moeten worden gedateerd. Toch werd het laatmiddeleeuwse pand in de 18de eeuw verbouwd tot gebouw waarvan de voorgevel deze keer wel op de rooilijn stond. De beide bouwevoluties konden op basis van de 19de eeuwse kadasterplannen goed worden gereconstrueerd.

De bouwwoede zet zich verder door tot in het derde kwart van de 20ste eeuw, het moment waarop de rechtbank wordt gebouwd. Bij deze bouw werd vooral het noordelijk deel van het plangebied verstoord.

Het vondstmateriaal is onder te verdelen in zes noemenswaardige vondstcategorieën: aardewerk en bouwceramiek, dierlijk bot, metaal, natuursteen en glas. Er werden slechts één houten voorwerp en één stuk textiel gevonden. Het lage aantal vondstrijke contexten met een
goede bewaring was, met twee beerputten en een tweetal kuilen, op één hand te tellen en resulteerde in een laag aantal artefacten van organische grondstof, zoals houten voorwerpen.


Auteurs: Meylemans, Erwin; Vanoverbeke, Robrecht
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Late middeleeuwen

Datering: 12de eeuw, 13de eeuw, late middeleeuwen
Typologie: beerputten, latrines, muurresten, ophogingslagen, poorten (gebouwonderdelen), stenen, woonhuizen
Materiaal: aardewerk, bot (dierlijk), Doornikse kalksteen, glas, hout, leer, metaal, natuursteen, textiel
Gebeurtenis:

Nieuwe tijd

Datering: 16de eeuw, 17de eeuw, 18de eeuw, nieuwe tijd
Typologie: beerputten, woonhuizen
Gebeurtenis:

Resultaten vooronderzoek

Datering: late middeleeuwen
Typologie: aanlegplaatsen
Materiaal: natuursteen
Gebeurtenis:

Beschrijving:
De aard, de omvang en de datering van de natuurstenen structuren kon nog niet precies achterhaald worden. Een mogelijke hypothese is dat deze deel uitmaakten van een havenstructuur. Zoals het toponiem ‘Houtbriel’ aangaf, bevond zich ter hoogte van het plangebied mogelijk een houthaven, opslagplaats en/of markt voor hout.


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Oude Schaapmarkt [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/222045 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.