waarneming

Kollegelaan 6

archeologisch element
ID
222064
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/222064

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 8407
    Deze aanduiding is geldig sinds

Beschrijving

In 2019 heeft BAAC in opdracht van Bouw Paul Huyzentruyt NV een opgraving uitgevoerd in de Collegewijk in het zuidwestelijke deel van de bebouwde kom van de gemeente Harelbeke. Net als bij het onderzoek aan de Dennenlaan, zijn tevens aanwijzingen voor menselijke activiteiten in de prehistorie op het terrein. Verspreid is in diverse Romeinse sporen bewerkt natuursteen en vuursteen aangetroffen uit de perioden mesolithicum (8800-4900 voor Chr.), neolithicum (5300-2000 voor Chr.) en vroege bronstijd (2000-1800 voor Chr.). Van na de Romeinse tijd zijn nauwelijks sporen en vondsten aanwezig. Bewoning heeft er niet meer plaatsgevonden. De sporen beperken zich tot een tweetal vermoedelijk middeleeuwse greppels aan de westzijde van het terrein en een jongere greppel aan de oostzijde. Met name de noord-zuid georiënteerde greppel aan de oostzijde is opvallend vanwege een knik in het verloop. Waarschijnlijk gaat het om een verdedigingslinie of redan die gegraven is tijdens een van de vele belegeringen in de 16de, 17de en 18de eeuw. Op het terrein zijn tevens musketkogels en fragmenten van en kartetsgranaat aangetroffen die eventueel iets met de linie te maken hebben. 

De opgraving trof vooral veel sporen van een Romeinse nederzettingen aan. Uit het archeobotanisch onderzoek dat is uitgevoerd aan de hand van stalen uit twee waterputten, een drenkplaats en drie gelaagde kuilen is een reconstructie van het landschap tot stand gemaakt. Deze reconstructie laat de situatie zien voor de periode waarin de bewoning op z’n hoogtepunt was, vanaf circa de tweede helft van de 2de eeuw tot en met het begin van de 3de eeuw. De bewoning vond echter al plaats aan het begin van de 1ste eeuw. 

Er zijn op het terrein aan de Kollegelaan vier verkavelingsblokken te onderscheiden waarvan de begrenzing in de loop van de Romeinse tijd telkens is aangepast: centraal verkavelingsblok A, in het (noord)westen blok B, in het zuiden blok C en in het (zuid)oosten verkavelingsblok D. De verkavelingsblokken worden begrensd door greppels en/of palissaderingen. Tussen de verkavelingsblokken lijken zich doorgaande paden te hebben bevonden die het terrein van noord naar zuid en van west naar oost doorkruisten. De ligging van deze paden is gedurende de Romeinse tijd ongeveer hetzelfde gebleven, maar enigszins aangepast met de begrenzing van de verkavelingsblokken. De vastgestelde 3 bewoningsfasen hebben sterke aanwijzingen dat de vicus van Harelbeke op een bepaald moment is versterkt. Deze versterking wordt door de onderzoekers geplaatst in het laatste kwart van de 2de eeuw als indicatie voor onrusten die tussen circa 170 en 210 op het Noord-Gallische platteland plaatsvonden. De oorzaken en gevolgen hiervan waren divers, maar archeologisch waarneembaar zijn in ieder geval het verlaten van nederzettingen, een toenemende militarisatie van overgebleven nederzettingen (vooral in de noordelijke contreien) en een herinrichting van nederzettingen waarbij deze een veel defensiever karakter krijgen. 

Bij de analyse van de materiële cultuur en de organische resten is naar voren gekomen dat de nederzetting aan de Kollegelaan een civiel karakter had en sterk geromaniseerd was. De bewoners hadden daarbij wel direct of indirecte contacten met het militaire apparaat. Er zijn duidelijke aanwijzingen dat de bewoners welgesteld waren en tot ver in de 3e eeuw een zekere mate van luxe hebben gekend.


Auteurs: van Mousch, R.G.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: BAAC Vlaanderen bvba; BAAC Nederland bv

Prehistorie

Datering: mesolithicum, neolithicum, vroege bronstijd
Typologie: losse vondsten, werktuigen
Materiaal: vuursteen
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Vondsten uit het mesolithicum: een microklingkern en drie microklingfragmenten. Het materiaal uit het neolithicum of vroege bronstijd bestaat uit afslagen, kernen, klingen, splinters, eindschrabbers, geretoucheerde afslagen, een ronde schrabber en een zijschrabber.

Romeinse nederzetting

Datering: Midden-Romeinse tijd
Typologie: beerputten, cultuurlagen, drenkplaatsen, gebouwen en structuren, gebouwplattegronden, grachten (infrastructuur), greppels, karrensporen, kleding en -accessoires, kuilen, munten, paalkuilen, paden, palissaden, vici, wapens en munitie, waterkuilen, waterputten, wegen
Materiaal: aardewerk, bot (dierlijk), gebronsd aardewerk, hout, houtskool, leer, metaal, natuursteen, plantaardig materiaal, vuursteen
Gebeurtenis:

Beschrijving:
De sporen behoren toe aan bewoning waaronder enkele palenrijen die vermoedelijk tot gebouwstructuren behoren alsook enkele paalkuilenclusters. Daarnaast werden diverse greppels en grachten aangetroffen die wijzen op een landschappelijke indeling van het gebied. Binnen de greppels en grachten zijn oversnijdingen aanwezig die wijzen op een fasering. In het noordelijke deel bevindt zich mogelijk een secundaire landweg. Ook werden diverse kuilen en grote onregelmatige kuilen aangesneden. Als laatste werd een waterput en een mogelijke waterkuil teruggevonden.

Sporen Post Romeins

Datering: nieuwe tijd
Typologie: greppels, linies, wapens en munitie
Materiaal: glas, metaal
Gebeurtenis:

Beschrijving:
musketkogel gevonden buiten één van de greppels samen met fragmenten van en kartetsgranaat.


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kollegelaan 6 [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/222064 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.