Naar aanleiding van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd.
Om inzicht te krijgen in de bodemopbouw werd eerst een landschappelijk bodemonderzoek uitgevoerd. Op basis van het bureauonderzoek werd een deel van het terrein werd geselecteerd voor verder onderzoek en onderzocht door middel van 5 landschappelijke boringen. Op basis van de resultaten van het landschappelijk bodemonderzoek, bleek de kans op het aantreffen van nog goed bewaarde steentijd sites klein. De aanwezigheid van sporensites kon echter nog niet uitgesloten worden.
Vervolgens werd overgegaan tot de uitvoering van een proefsleuvenonderzoek. Het proefsleuvenonderzoek zal echter gefaseerd worden uitgevoerd. De eerste fase van het onderzoek leverde geen archeologische sporen noch vondsten op. In deze zone van het plangebied werden diepploegsporen vastgesteld. Deze hadden het bodemarchief volledig vernietigd. Fase 2 en 3 van het proefsleuvenonderzoek moeten nog worden uitgevoerd.
Auteurs: Hertoghs, Sarah
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)