waarneming

Batenstraat II

archeologisch element
ID
222502
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/222502

Juridische gevolgen

  • is deel van de aanduiding als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 4272
    Deze aanduiding is geldig sinds

Beschrijving

Aan de hand van de vondsten in de waterput kan een globale datering van de context worden geboden in de eind achttiende tot de eerste helft van de negentiende eeuw. Een belangrijke marker hiervoor is de aanwezigheid van een enkele scherf in het zo geheten “faience fine”, waarvan de productie in België pas begon in de tweede helft van de achttiende eeuw. Het homogene baksel en identieke voorkomen van het aangetroffen rode aardewerk verraadt daarnaast een bakproces met industriële inslag, wat een datering in de tweede helft van de achttiende tot eerste helft negentiende eeuw ondersteunt. Binnen het assemblage werd op die manier een mengeling aangetroffen van dagelijkse gebruiksvoorwerpen (rood en wit aardewerk) vermengd met restanten serviesgoed dat mogelijk een wat hogere status uitstraalde (versierde faience en faience fine).

De gerecupereerde gebruiksvoorwerpen uit de waterput bieden een inkijk in het dagelijks leven van de inwoners van Zonhoven dat naadloos past binnen het beeld van het heironder geschetst archiefonderzoek. De waterput is vermoedelijk het restant van een einde 18de- tot begin 19de-eeuwse erfbewoning langs de Batenstraat, waarbij de bewoners de put hebben gebruik voor hun watertoevoer en occasioneel als gemakkelijke afvalcontext. Indien de bijbehorende woning van het erf niet tot de veertien gegoede huizen in baksteen behoorde, is het wellicht logisch dat de eerder ondiep uitgegraven (paal)sporen verloren gingen, waarbij alleen de dieper uitgegraven waterput bewaard bleef in redelijk diepliggend archeologisch vlak (onder plaggendek). Een soortgelijke situatie kan worden geschetst voor een site aan de overkant van de straat, die bij een proefsleuvenonderzoek van Aron in 2016 werd ontdekt. Aan de hand van het vondstmateriaal werden sporen (kuilen, greppels en waterputten) uit de Late- tot post-Middeleeuwse periode aangetroffen. Echter, geen duidelijke structuren konden worden onderscheiden (bijvoorbeeld gebouwplattegronden). Mogelijkerwijs hebben ook hier ondiepe (paal)sporen de C-horizont niet doorbroken en werden dus ook geen archeologisch leesbare sporen achtergelaten.

Het Zonhoven tijdens de eerste helft van de negentiende eeuw is toevalligerwijs zeer goed gedocumenteerd via archiefdocumenten in het gemeentelijk dossier. In het bijzonder wordt door het kadaster in een “procesverbaal van afpaling – Tabel van klassificatie der grondeigendommen” niet alleen de gemeente algemeen beschreven, maar ook de infrastructuur, economische activiteiten, de bewoning en het inwonersaantal. Het document werd opgesteld tussen 1842 en 1843 en had als doel de gemeentegrenzen en de waarde van het onroerend goed daarin vast te stellen.
Op die manier is gekend dat Zonhoven in 1843 een inwonersaantal had van 2547 bewoners en veertien bakstenen woningen. De overige bewoners leefden in huizen van hout en leem, meestal met een strooien dak. Economische activiteiten bestonden uit landbouw en veeteelt, waarbij de kostelijke
veeteelt volgens het document op kleinere schaal werd toegepast. De veestapel bestond uit runderen, schapen of varkens, waarbij enkel runderen in een afgesloten weide werden gehouden. Zowel schapen als varkens werden gehoed.

Binnen het regionaal landschap van Zonhoven bezat de Roosterbeek voldoende debiet om voor Zonhoven drie graanmolens aan te drijven, naast een windmolen en twee olierosmolens. Ten slotte bezat het dorp één brouwerij, waar ongeveer vijftien keer per jaar een ketel bier werd geproduceerd.
Het landgebruik binnen de gemeente bestond voornamelijk uit akkers en weiden/hooilanden. Op de akkers werd graan geteeld (rogge, boekweit of haver) en in de (omhaagde) tuinen groente. In het archiefstuk van het kadaster staan tevens de teeltschema’s beschreven, waarbij de meest vruchtbare akkers van het dorp continu werden ingezaaid met afwisselende gewassen als rogge, aardappelen of haver zonder tussendoor braak te liggen.


Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Studiebureau Archeologie Tienen

Waterput

Datering: eerste kwart 19de eeuw, vierde kwart 18de eeuw
Typologie: bouwmaterialen, vaatwerk, waterputten
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Batenstraat II [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/222502 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.