waarneming

Arkenvest

archeologisch element
ID
222539
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/222539

Beschrijving

Het archeologisch onderzoek bracht de occupatie-evolutie vanaf de 11de eeuw, tot aan de 20ste-eeuwse bewoning in kaart. 

Hoe het terrein er vóór de 14de eeuw uitzag is slechts beperkt onderzocht. Met uitzondering van de paalfunderingen situeert de bouwingreep zich namelijk op en in de 14de-eeuwse ophoging, waarvoor het programma van maatregelen voor deze diepere niveaus geen opgraving adviseert. Dat er archeologie bewaard is onder de 14de-eeuwse ophoging (ca 1m) werd bevestigd op drie locaties. Bij het graven van een dieper bodemprofiel werd een sporenvlak uit de 10de/13de eeuw herkend. De bewaringscondities van deze sporen is goed. Uit een Karolingische afvalkuil werden botanische resten, potscherven en de skeletresten van een hond herkend. Het afvalmateriaal uit een 12de- 13de-eeuwse depressie/wadi leverde informatie op over wat werd geconsumeerd door de vroege bevolking van Halle. Het is aannemelijk dat er in deze rivierdepressie nog meer en nog oudere archeologische niveaus aanwezig zijn. 

Gepaard met de 14de-eeuwse stadsuitbreiding vindt een grote herinrichting binnen het projectgebied plaats. De Zenne wordt ingedamd. Ter hoogte van de Arkenvest wordt een wal opgericht waarop de stadsmuur zal gebouwd worden. De tussenliggende delen worden opgehoogd. In de aarde die gebruikt werd voor de ophoging, is ook ‘stadsafval’ herkend: bouwpuin (bakstenen, dakpannen en brokken natuursteen), scherven van potten, botten van dieren, maar ook enkele bijzondere vondsten zoals munten en penningen.

Vanaf de 15de en de 16de eeuw lijkt het terrein opnieuw ingericht te zijn als akkerland. Op één locatie zijn de stenen funderingen aangetroffen die gerelateerd kunnen worden aan een gebouw dat nog op de Ferrariskaart wordt weergegeven. Net buiten het projectgebied, ter hoogte van de Molenborre, staat een watermolen die onder andere granen zoals tarwe, maar ook schors maalt.

In de 18de en 19de eeuw vestigen zich hier met zekerheid twee brouwers/mouters. Van twee brouwerijgebouwen zijn funderingen teruggevonden. Aangezien de Zenne hier de stad binnenkomt is dit ‘propere’ water zeer geschikt voor het brouwen van bier. In 1960 wordt de historische loop van de Zenne binnen de stad gedicht en wordt de waterloop rond de oude standsomwalling geleid. De ambachten en industrie binnen het plangebied maken ook hier plaats voor bewoning.


Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Raap België bvba

14de-eeuwse stadsuitbreiding

Datering: vierde kwart 14de eeuw
Typologie: afwateringsgreppels, ambachtelijke objecten, bouwmaterialen, dierengraven, kleding en -accessoires, kuilen, munten, muurresten, ophogingslagen, vaatwerk, wallen (verdedigingselementen)
Materiaal: aardewerk, bot (dierlijk), metaal, natuursteen
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Tussen 1375 en 1400 voert Halle een stadsuitbreiding door en komt het plangebied binnen de stadsmuren te liggen. Zowel net voor als na de stadsuitbreiding ligt het aantal sporen van bewoning binnen het plangebied laag. Vermoedelijk is deze stadsuitbreiding niet zozeer gericht op het creëren van nieuwe bouwgronden, maar vooral om de Zenne - een natuurlijke bron van energie en proper water - strategisch in de stad op te nemen. De stadsuitbreiding ging gepaard met het opwerpen van een stadswal ter hoogte van de huidige Arkenvest, de bouw van een stadsmuur net buiten het plangebied en met het stelselmatig ophogen van de terreinen tussen de historische Zenneloop en de stadsmuur.
Hoewel de pakketten op het eerste zicht uit steriele bruine leem bestaan, doet het aanwezige vondstmateriaal (potscherven, metaalvondsten, grote brokken steen en bouwmateriaal) vermoeden dat deze grond afkomstig is van locaties binnen de stad. Op basis van de stratigrafie en de datering van het vondstmateriaal dateren de pakketten het dichtst bij de Zenne het jongst. Vermoedelijk werd de Zenne ingedijkt waarna de ophogingen verder werden gezet richting de stadsmuur. Het lijkt aannemelijk dat de grond werd aangevoerd via de Zenne.
Op de 14de-eeuwse ophogingen wordt een geïsoleerd stenen gebouw (op basis van stratigrafie en vondstmateriaal tussen 1300 en 1500) opgetrokken en worden diverse greppels gegraven.

Brouwerij

Datering: 19de eeuw
Typologie: afvalkuilen, brouwerijen, muurresten, vaatwerk, waterputten
Materiaal: glas, natuursteen
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Veelal worden brouwers in historische steden aangetroffen op de locatie waar (relatief) proper water de stad binnenkomt. In de 19de eeuw zijn binnen het plangebied minsten twee brouwerijen aanwezig (Brouwerij-Mouterij Pètre (Brasserie Notre-Dame) & Brouwerij Senna).

Karolingische afvalkuil

Datering: Karolingische periode
Typologie: afvalkuilen, depressies, vaatwerk
Materiaal: aardewerk, bot (dierlijk), plantaardig materiaal
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Een vroegmiddeleeuwse afvalkuil binnen dit plangebied wijst erop dat de bewoning en activiteiten in deze periode zich veel verspreider uitstrekken en zich niet beperken tot de centrum van de stad. Hoewel deze periode slechts beperkt is onderzocht zijn toch een aantal gegevens verzameld. In de afvalkuil zijn botanische resten en skeletresten van een hond verzameld. De botanische macroresten wijzen op vochtige, verstoorde bodems die vermoedelijk werden gebruikt voor begrazing.
Tot de oudst onderzochte sporen van het plangebied behoort ook een langgerekte depressie die als een soort wadi functioneerde.

Postmiddeleeuwse akker- en overstromingslagen

Datering: nieuwe tijd
Typologie: akkerlagen, ambachtelijke objecten, dierengraven, kleding en -accessoires, kuilen, munten, vaatwerk
Materiaal: aardewerk, bot (dierlijk), metaal, pijpaarde
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Historisch kaartmateriaal en een aanwezige akkerlaag duiden erop dat hier vanaf de 16de eeuw aan akkerbouw werd gedaan. Een reeks dunne laagjes op deze akkerlaag wijzen op herhaaldelijke overstromingen van de Zenne tussen 1650 en 1880.

Volmiddeleeuws pakket stadsafval

Datering: volle middeleeuwen
Typologie: afvallagen, vaatwerk
Materiaal: aardewerk, bot (dierlijk), leer, metaal, plantaardig materiaal
Gebeurtenis:

Beschrijving:
De depressie werd gevuld met een pakket stadsafval gedumpt met bijzonder veel vondstmateriaal en informatie op over de situatie van het plangebied tussen de periode 1175-1250.
Tussen het consumptieafval bevond zich een graanvoorraad van broodtarwe en haver die werd weggegooid omdat deze verkoold raakte. Ook de niet-eetbare delen van geconsumeerde fruitresten van zoete- of zure kers (Prunus avium/cerasus), pruim (Prunus domestica), gewone braam, aardbei (Fragaria), gewone vlier en druif (Vitis vinifera) werden gedumpt. De aanwezigheid van de exoten vijg en druif toont aan dat er sprake was van enige mate van import van voedselproducten: de vruchten van deze planten werden al in de middeleeuwen in gedroogde vorm naar Noordwest-Europa vervoerd. De hoge concentratie aan mestschimmels in combinatie met de pollenassemblages van grassen en granen duidt erop dat hier behalve consumptieafval ook afval uit een potstal is gedumpt. Na 1250 stopt de accumulatie van afval, maar de depressie blijft wel open liggen in het landschap. Rond ca. 1375 lijkt de structuur in één beweging (het pakket is vrij homogeen) gedicht.


Relaties

  • Is deel van
    Historische stadskern van Halle


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Arkenvest [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/222539 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.