Na de fase van de proefputten en proefsleuven werd een werfbegeleiding voorgeschreven. Tijdens deze archeologische werfbegeleiding konden ter hoogte van de Grote Markt enkele bodemprofielen worden geregistreerd.
Deze bodemprofielen stemmen grotendeels overeen met de gegevens zoals werd waargenomen tijdens het proefputtenonderzoek. Onder een recent verstoord pakket waren bij het merendeel van de profielputten nog meerdere pre-moderne cultuurlagen aanwezig. Ook een homogene venige laag stemt overeen met de gegevens uit het proefputtenonderzoek. Het aardewerk dat tijdens het proefputtenonderzoek en de archeologische werfbegeleiding werd ingezameld, dateert deze lagen aan het einde van de 13de - het begin van de 14de eeuw, toen het centrum van de stad werd verlegd naar de Grote Markt.
Op de “nieuwe” marktplaats, aan de rand van de oudste stadskern, kwamen alle hoofdwegen samen en ontwikkelde zich het economische centrum van de stad, dat tussen de 14de en 16de eeuw beheerst werd door de lakennijverheid. Diverse pleinmarkten met elk een specifieke proviandfunctie ontstonden daarna nog op de linkeroever van de Helbeek.
Bij de archeologische werfbegeleiding van de aanleg van de riolering werden ter hoogte van de Grote Markt en de Kortstraat vijf archeologische sporen geregistreerd. Met uitzondering van één recente vergraving worden deze sporen als post-middeleeuws geïnterpreteerd. De aangetroffen bakstenen muren alsook een waterput kunnen aan de oorspronkelijke en gekende bebouwing op deze locaties gekoppeld worden. De bluswatercisterne was waarschijnlijk in gebruik vanaf de tweede helft van de 19de eeuw, toen deze werden aangelegd op strategische plekken in de stad om een voorraad bluswater te voorzien.