De lange duur van het project (bijna 2 jaar) verspreid over meerdere fases van opgraving gecombineerd met de opgravingsomstandigheden hebben een serieuze impact gehad. De manier van registratie via profielen en vlak werd telkens onderbroken en was onderhevig aan tijd, regen en grondwater. Telkens moesten de profielen terug opgezet worden waarbij nooit meer dan 60 cm aan profiel kon bekeken worden. Dikwijls moest er over het vlak worden gereden voor het opnieuw afgraven van grond die sterk waterverzadigd was.

Hiernaast zien we ook de sterke ingrepen in de bodem die zijn gebeurd bij de ontmanteling van de stadsversterking. De verminderde ingreep in de bodem (wijziging ontwikkelingsplannen) in de diepte zorgde voor een beperkte interpretatie van de vrijgelegde lagen en structuren. Hierbij werd op veel plaatsen niet dieper gegaan dan het niveau van de proefputten. Bij het dieper uitgraven van de werkput ging het profiel aanzienlijk groter zijn waardoor betere interpretaties gingen kunnen gemaakt worden.

Al tijdens de late middeleeuwen was er ter hoogte van het projectgebied sprake van een stadgracht met muur en poortgebouw (zie stadsplattegrond van Jacob van Deventer, 1560). In de noordoostelijke hoek van het terrein werden een reeks horizontale opvullingspakketten vastgesteld die wijzen op een lager gelegen zone. Waarschijnlijk gaat het hier om een deel van de middeleeuwse stadsgracht.

In de eerste helft van de 17de eeuw worden de middeleeuwse stadsversterkingen gemoderniseerd. Rond 1706 wordt de versterking onder de Fransen vervangen door een verdedigingssysteem naar de ideeën van Vauban. De muurresten uit de opgraving kunnen in verband worden gebracht met de opeenvolgende vestingswerken.

Deze verdedigingselementen van Vauban worden geslecht en ontmanteld onder Jozef II (eind 18de eeuw). De waterpartijen werden gedeeltelijk gedempt. De terreinen rond de Ooststraat werden bouwrijp gemaakt voor verdere urbane ontwikkeling. Tijdens de opgraving werd vastgesteld dat de wal aan de Ooststraat ten dele werd afgegraven. Een deel van de materialen van de wal werden vermoedelijk gebruikt om de gracht te dempen en het terrein te nivelleren.