In de aangelegde proefsleuven zijn archeologische sporen aangetroffen met potentieel tot kennisvermeerdering.
In het noordelijke deel zijn sporen aangetroffen die te dateren zijn in de metaaltijden. Het gaat hier om paalkuilen en kuilen. In één van de kuilen is aardewerk aangetroffen dat gedateerd kan worden in de metaaltijden. Structuren zijn niet herkend tijdens het onderzoek, maar kunnen niet uitgesloten worden. In het zuidelijke gedeelte zijn sporen aangetroffen die op basis van een gelijke opvulling met de greppels gedateerd kunnen worden in de volle of late middeleeuwen. In de greppels zijn namelijk aardewerkscherven aangetroffen die uit deze periode stammen. Ook hier zijn geen structuren herkend, maar op basis van de ligging van de sporen ten opzichte van elkaar moet er zeker wel rekening mee gehouden worden dat er één structuur of meerdere aanwezig kunnen zijn.

De opgraving legde sporen van een erf uit de midden-ijzertijd bloot. Centraal op het erf stond een driebeukig woongebouw met een omheining rond. Buiten de omheining vonden de archeologen nog een waterkuil en een klein bijgebouw, waarschijnlijk een spijker. Een deel van het erf bevond zich buiten de opgravingszone.

Enkele contexten werden tot de vroege middeleeuwen gerekend. Mogelijk wijzen deze op de aanwezigheid in de omgeving van het plangebied. Omdat de datering van deze sporen enkel berust op enkele 14Cdateringen, en niet op dateerbaar vondstmateriaal, kan niet worden uitgesloten dat er zich meer sporen uit deze periode binnen het plangebied bevinden die niet als dusdanig herkend konden worden.

De middeleeuwse sporen waren erg verstoord maar de archeologen herkenden toch een plattegrond van een woongebouw in typische bootvorm uit de periode van de 10de tot 12de eeuw en een erfgreppel. Het is opvallend dat dit gebouw haaks staat op de Kerkomsesteenweg en er direct lijkt op aan te sluiten. Vermoedelijk bestond de steenweg al in de middeleeuwen als verbinding tussen Kerkom en Boutersem.

Na het verlaten van het erf werd er een greppelsysteem aangelegd binnen het plangebied. Of dit onmiddellijk na het verlaten van het erf gebeurde, of dat er enige tijd verstreek tussen het verlaten van het erf en de aanleg van het greppelsysteem. Wel kon worden vastgesteld dat de erfgreppel vermoedelijk nog niet gedempt werd, en dat deze geïncorporeerd werd in het greppelsysteem. De aanleg van het greppelsysteem kadert waarschijnlijk in de herinrichting van de percelen als agrarisch gebied.