Houtskoolmeilers
Datering: late ijzertijd (westen) Typologie: meilers Soort: Quercus Materiaal: houtskool Gebeurtenis: Beschrijving:
De 4 koolbranderskuilen lijken op basis van de 14C-dateringen in de late ijzertijd te dateren. Een spoor heeft een afwijkende datering waarvan de dateringsvork net tot in de Romeinse periode doorloopt, maar deze wordt oversneden door een ouder gedateerd spoor.
Het antracologisch onderzoek toont aan dat in alle kuilen er een voorkeur was voor eik waaruit geconcludeerd mag worden dat deze houtsoort in de directe omgeving van de kuilen aanwezig was. Het gaat om zowel sprokkelhout als vers gekapt, groen hout. De duidelijke selectie voor eik wijst er op dat men hoogwaardige houtskool wilde produceren dat gebruikt werd voor vermoedelijk ijzerproductie of ijzerverwerking.
Recente grondsporen
Datering: nieuwe tijd,
nieuwste tijd Typologie: kuilen,
paalsporen Gebeurtenis: Beschrijving:
Twee paalsporen en een kuil uit de nieuwe tijd tot de nieuwste tijd.
Romeinse brandrestengraven
Datering: Romeinse tijd Typologie: crematiegraven,
sieraden,
vaatwerk Materiaal: aardewerk,
glas,
houtskool Gebeurtenis: Beschrijving:
2 slecht bewaarde brandrestengraven
Tijdens het couperen van één brandrestengraf werden achtentwintig scherven ingezameld. Alle scherven zijn zwaar verbrand maar in relatief goede conditie. Vijf van deze scherven zijn grijs aardewerk, gedraaid met een totaal gewicht van 41g. De volledige bodem van dit individu is bewaard en lijkt afkomstig te zijn van een kleine kruik. De overige drieëntwintig scherven zijn rood, gedraaid aardewerk waarvan drie scherven bodemfragmenten zijn. De scherven zijn te klein om te puzzelen waardoor de vorm niet achterhaald kan worden.
Na het zeefwerk bleek dat de bulkstalen geen crematieresten bevatten, en het over niet zo’n goed bewaarde contexten bleek te gaan. Verder onderzoek was daarom niet opportuun.
In de zeefstalen werd een halve, overlangs geribbelde glaskraal gevonden.