Tijdens de opgraving werden er onder meer verschillende sporen aangesneden uit de late ijzertijd tot vroeg-Romeinse periode. Het gaat hierbij om (paal)kuilen, greppels en een gracht. In deze sporen konden een aantal structuren herkend worden. Mogelijk werden er 3 gebouwplattegronden uit deze periode aangesneden. Deze plattegronden zijn echter niet volledig bewaard gebleven, enkel de dakdragende middenstaanders hebben de tand des tijds overleefd. Vermoedelijk behoren deze structuren tot het Alpen-Ekerentype of het type 2 zoals vastgesteld door prof. dr. De Clercq in zijn doctoraat. Het aangetroffen aardewerk in deze sporen wijst op een datering in de late ijzertijd tot vroeg-Romeinse periode. Nog uit deze periode dateren een aantal losse (paal)kuilen, greppels en 2 grachten. Deze grachten behoren eveneens vermoedelijk toe aan 1 structuur. Vermoedelijk hebben deze een zone die zich buiten het projectgebied bevond omgracht.
Één van de aangetroffen kuilen leverde aardewerk op dat in de late middeleeuwen gedateerd kan worden.
Uit de Eerste Wereldoorlog werd een bomkrater gevonden, echter zonder vondsten.