Bij een restauratiecampagne van het kasteel van Wijnegem (een beschermd monument) werden in en ten oosten van het gebouw, het koetshuis of remise, grenzend aan de Jan Vlemincktoren enkele bakstenen constructies aangetroffen. De toevalsvondst werd aan het agentschap Onroerend Erfgoed gemeld en een archeoloog kwam ter plaatse om de vondsten te evalueren.
De Jan Vlemincktoren en het aangrenzende koetshuis zijn twee overblijfselen van het 16de-eeuwse Wijnegemhof en diens voorganger het Hof ter Borcht. Dit Hof werd reeds vermeld in 1407 en omvatte een huis met boomgaard, weiden en akkers. Het was één van de belangrijkste leengoederen op Wijnegems grondgebied.
Bron: JANSEN I. (red.) 2023: Verslagen van archeologische toevalsvondsten uit 2020 waar geen verder onderzoek nodig of mogelijk was, Onderzoeksrapporten agentschap Onroerend Erfgoed 255, Brussel. Literatuur ()
Beschrijving: Interieur: in het interieur zijn er een aantal baksteenmetselwerken muurtjes teruggevonden die bij graafwerken in het interieur aan het licht zijn gekomen. Eén van de sleuven lijkt naar een afvoergootje in de oostgevel te leiden. (info melding toevalsvondst) Volgens het verslag van de toevalsvondst hebben we o.a.: baktstenen muurfunderingen, enkele sporen onder de uitgebroken vloeren en restanten van muren die indicatie zijn voor de indeling van de ruimte.
Exterieur: aan de oostzijde van de lange vleugel zijn 3 achtereenvolgende baksteenmetselwerken putten teruggevonden. Vanuit het gebouw is er een afvoergootje dat uitkomt in 1 van deze putten. De functie van de putten is niet meteen duidelijk, maar mogelijk gaat het om een septische put. Tegen de oostgevel is eveneens de aanzet nog zichtbaar van bakstenen gewelven die de putten vermoedelijk overwelfden. Deze aanzet is slechts bij 2 van de 3 putten zichtbaar.