Het plangebied situeert zich in de kustduinen.

Tijdens het proefputtenonderzoek werd een archeologische vindplaats aangetroffen, waarna een opgraving werd geadviseerd. Bij die opgraving werden sporen van minstens één maar wellicht twee erven aangetroffen die dateren in de 10de/11de eeuw en corresponderen met een stabiele fase in de duinvorming. Het onderzoek van de sporen en structuren werpt niet alleen een licht op de genese en het gebruik van de jonge duinen, maar levert ook inzicht in de middeleeuwse kustgemeenschappen. Zo vormde veeteelt een belangrijk onderdeel van het landbouwbedrijf in de duinen. Er werd dierlijk bot aangetroffen van zowel schaap/geit, rund als varken. Een interessante vondst die inzicht geeft in andere activiteiten, is een walvisbot. De aanwezigheid van meerdere hooimijten wijst dan weer op agrarische activiteiten. Daarnaast werden sporen aangetroffen van een erf uit de late middeleeuwen, dat zich wellicht buiten het plangebied bevindt. Onderzoek van zaden en vruchten wijzen op de verbouwing van hennep.