In het kader van een stabiliteitsonderzoek vond een archeologische begeleiding plaats.

De aangetroffen funderingen zijn in elke werkput anders, met uitzondering van de kapel. Dit wijst erop dat de verschillende delen van de boerderij niet in één keer zijn gebouwd, hoewel dit aan de buitenkant wel zo lijkt te zijn. Als gevolg hiervan kan tevens gesteld worden dat de bestaande toestand boven het maaiveld niet overeenkomt met de originele toestand.

Op basis van 8 gegraven putjes kan wel het volgende geconcludeerd worden:

• De kapel is in één bouwfase gezet
• De oostelijke stal/schuur heeft mogelijk minstens twee bouwfasen (uitbreiding, verbouwing, herstelling, twee gebouwen, …) of een verandering van fundering omwille van een veranderde ondergrond lager op de helling.
• De zuidelijke stal/schuur en de westelijke stal/schuur hebben een andere fundering, ook hier is sprake van minstens twee bouwfasen.
• Op basis van de funderingen is een gedeelte van de woning geplaatst na de westelijke stal/schuur. Mogelijk was de woning een apart gebouw en is later een aanbouw gedaan waarbij de woning aansloot op de westelijk stal. Op de foto’s van 1977 is er duidelijk een verschil aanwezig tussen het oostelijk en westelijk deel van de huidige woning