Naar aanleiding van de restauratie en de plaatsing van een nieuw verwarmingssysteem in de als monument beschermde Heilig Kruiskerk werd een archeologische opgraving uitgevoerd. In functie van het nieuw verwarmingssysteem werden binnenin de kerk drie ca. 1 m diepe putten van 1 m x 1,8 m gegraven voor de warmtestations. Deze putten werden onderling verbonden via ca. 50 cm diepe sleuven. In functie van een nieuw drainagesysteem werd aan de buitenzijde rondom de kerk eveneens een sleufje gegraven om de fundering van de kerk bloot te leggen. Voorafgaand aan de werken in de kerk werd tevens een geofysisch onderzoek uitgevoerd door Target archaeological geophysics.
Ondanks de beperktheid van de archeologische ingreep werden toch enkele interessante vaststellingen gedaan. Met de aangetroffen bouwnaden in de fundering en het opgaand muurwerk werd vastgesteld dat de bouwfasering van de kerk zoals voorgesteld in de literatuur klopt. Volgens de literatuur dateert het koor uit 1687, de eerste vier traveeën van het schip situeren zich in de periode 1715-1726 en de verlenging naar het westen in 1852-1854.
De voormalige westgevel (S6) van het verlengde schip werd in de twee putten aan de westzijde binnen in de kerk nog aangetroffen. Ook met het geofysisch onderzoek werden in het noordwesten van het schip wellicht noordwest-zuidoost georiënteerde muurrestanten gedetecteerd.
Ook het gegeven uit de literatuur dat de meest oostelijke travee van de sacristie een latere toevoeging zou zijn, kon worden gestaafd aan de hand van een bouwnaad.
Tussen het koor zelf en de koorafsluiting werd aan de noordzijde een mogelijke bouwnaad opgemerkt. Hypothetisch wijst dit op een verbouwing van de koorafsluiting. In de historische literatuur is er wel niets gedocumenteerd over deze mogelijke verbouwing.
Ten noorden van het koor werden in het uitgegraven sleufje rondom de kerk nog resten van oudere funderingen aangetroffen.
De plinten van de eerste vier traveeën van het schip bestaan uit natuurstenen blokken van diverse afmetingen in ijzerzandsteen (Brusseliaan en Diestiaan) en witte zanderige kalksteen (Gobertange). Op verschillende blokken zijn numerieke merken zichtbaar. Volgens Doperé zijn dit laaghoogtemerken. Het betrof hergebruikte stenen.
Voor de rest werden in de beperkte opengelegde putten en sleufjes geen archeologisch relevante vaststellingen gedaan. Er werden nergens oudere vloerniveaus aangetroffen. Ook de vondsten bleven zeer beperkt. Er werd een bewerkt raamkozijn aangetroffen als losse vondst op de hoop grond van de uitgegraven sleuf aan de buitenzijde van de kerk. Tevens werd een bewerkte blok natuursteen met merk IIII meegenomen.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Studiebureau Archeologie
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2021: Parochiekerk Heilig Kruis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/367232 (geraadpleegd op ).
Auteurs: Jansen, Isabelle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Jansen I. 2003: Parochiekerk Heilig Kruis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/329125 (geraadpleegd op ).