Voormalig kasteeldomein en militair fort, oorspronkelijk gelegen tussen de Damse vaart en de gedempte "Sluyssche Vaart" of "Oude Zwin" (nu Brugse en Koolkerkse Steenweg), ter hoogte van de oude dorpskern. Aan de zuidwestelijke zijde liggen de resten van het kasteel "Fort de Bavière". Thans is het geheel een natuurreservaat, uitgebaat door de Provincie West-Vlaanderen. Gebouwd tijdens de Spaanse Succesieoorlog die duurde tot 1713. Het fort functioneerde in een noordelijke verdedigingsgordel van de Zuidelijke Nederlanden tegen de Noordelijke Nederlanden. In het huidige bos van Koolkerke zijn de verweerde wallen duidelijk nog te zien (privaat bezit van Baron van Caloen). Zie kaart 1964: merk op dat de werkelijke aanleg op sommige plaatsen nogal afwijkt van de plantekeningen (stippellijn).
Naar aanleiding van het Interreg IVA-project “Forten en Linies in Grensbreed Perspectief” heeft de provincie West-Vlaanderen aan Raakvlak, Intergemeentelijke Dienst voor Archeologie in Brugge en Ommeland, de opdracht toegewezen om drie verdedigingswerken in de Zwinstreek te onderzoeken, namelijk het Fort van Beieren, het Verbrand Fort en (de zwaluwstaart van) het Fort Sint-Donaas.
De drie verdedigingswerken maken deel uit van de Spaans-Staatse Linies. Dit zijn de verdedigingswerken uit de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) tot en met de Spaanse Successieoorlog (1701-1714). De verdedigingswerken beslaan de grensstreek van de provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Zeeland en een aantal forten in de provincie Antwerpen.
Voor de aanleg van het fort moest het kasteel van Stockhove gelegen ten noorden van het fort gesloopt worden. Het kasteel van Stockhove wordt net buiten het eigenlijke onderzoeksgebied gesitueerd.
Na de Spaanse Successieoorlog kwam het fort onder toezicht van de gouverneur van Damme en werd het van 1711 tot 1717 verpacht aan de landbouwer Frans Maes. Deze kon het fort niet helemaal in gebruik nemen door de aanwezigheid van “de wallen ende rampaerden”.
Net voor het einde van Wereldoorlog I werd op het Fort van Beieren door de Duitsers een batterij ingericht.
De enige proefsleuf van het onderzoek werd getrokken op de plaats waar, op basis van enkele historische kaarten, een ravelijn werd verondersteld. Uit een combinatie van een plan uit 1705 en de oudst beschikbare luchtfoto blijkt dat de verdedigingselementen die op dit plan zijn aangeduid, bruikbaar zijn in functie van de herinrichting en reconstructie.
Het ravelijn(tje) dat op de kaart uit 1705 staat afgebeeld werd niet teruggevonden, noch bij het booronderzoek, noch in de proefsleuf. Ook het geofysisch onderzoek geeft geen enkele aanwijzing in verband hiermee. Er dient ook opgemerkt te worden dat geen van de bestudeerde historische kaarten en plans een eenvormig beeld geeft van het Fort van Beieren. We bemerken allerlei variaties, waarvan die met het ravelijn(tje) er slechts één is.
De combinatie van de drie deelonderzoeken maakt het mogelijk om de opbouw van het fort te reconstrueren. Er zijn vier grote elementen herkenbaar, namelijk een binnenwal, een binnengracht, een glacis en een buitengracht. Tussen wal en binnengracht bevindt zich nog een horizontaal vlak gedeelte dat bij de wal hoort.
De noordelijke binnengracht bestaat nog grotendeels en is een natte gracht omgeven door begroeiing, terwijl de westelijke gracht zwaar verstoord is. Beide elementen hadden voor gevolg dat er weinig onderzoek kon worden uitgevoerd. De afmetingen op de reconstructiekaart steunen dan ook grotendeels op de historische kaart van 1705.
Gezien het glacis grotendeels geërodeerd is en in de grachten is terechtgekomen, kon geen informatie bekomen worden over de oorspronkelijke hoogte en/of het profielverloop.
Tijdens het vooronderzoek zijn geen muurwerk of houtwerk in situ aangetroffen.
Bij boringen in het terreplein werd een oude vegetatiehorizont aangeboord. Die vegetatiehorizont kan overeenkomen met het oude maaiveld van voor de aanleg van het fort. Vergelijken we echter de hoogteligging van dit oude maaiveld met het huidige maaiveld op de akkers ten noorden van het fort, dan ligt het eerstgenoemde 1m lager. Het verschil in hoogte tussen de akkers en het terreplein is goed te verklaren. Het maaiveld ter hoogte van de akkers is als gevolg van klink en zetting van het veen dat daar in de ondergrond voorkomt in de loop der eeuwen gezakt. Het terreplein is aangelegd op een kreekrug. Daar is het veen destijds opgeruimd en heeft plaats gemaakt voor een dik geulzandlichaam dat niet zakt. De begraven vegetatiehorizont heeft zich ergens tijdens de middeleeuwen tijdens een rustige periode in de sedimentatie van de kreek ontwikkeld.
Tijdens het vooronderzoek zijn geen aanwijzingen voor de aanleg van de versterking in meerdere fases gevonden. Noch uit het geofysisch onderzoek, noch bij de boringen zijn sporen aangetroffen van een oudere constructie. Evenmin is enig dateerbaar archeologisch vondstmateriaal aangetroffen dat kan helpen bij de datering van de aanleg of sloop van het fort.
Het door de provincie voorgestelde inrichtingsplan gaat sterk terug op een overgeleverd plan van het fort uit 1705. Aangezien reeds werd aangetoond dat er sterke overeenkomsten zijn tussen de onderzoeksresultaten en het historische plan, zijn ook de aangegeven elementen op het inrichtingsplan aanvaardbaar. Er moet alleen voorbehoud gemaakt worden voor het ravelijn(tje) dat bij het archeologisch onderzoek niet werd aangetroffen. Ook de noordelijke gracht van de redan is in werkelijkheid breder dan op het inrichtingsplan is aangegeven.
Tijdens het vooronderzoek zijn geen onverwachte vondsten gedaan.
Auteurs: Hillewaert, Bieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Kasteelhoeve waarvan enkel de serre, ommuurde moestuin en mogelijke ijskelder bewaard zijn.
Volgens Wintein:1963/1964/1965aa
Het eerste kasteel dateert uit 1609 (ijskelder bewaard). Gebouwd tijdens de Spaanse Succesieoorlog die duurde tot 1713, tegen de Hollanders en de Engelsen die het Fort St. Donaas en de Cantelmolinie hadden bezet. Op het einde van de 18de eeuw vinden we op de kaarten "geapplaneerd fort de Bavière"; wat erop wijst dat het in verval was geraakt.
Volgens Termote:2004aa
Bouw van het fort in 1705. Na de Spaanse Successieoorlog was het fort in handen van de gouverneur van Damme. Tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog was het in handen van de Fransen en tijdens WOI was er een tijdelijke opstelling van een Duitse veldbatterij.
Een kasteelhoeve aan de zuidwestkant van het fort van 1609 werd in 1965 gesloopt, enkel de ijskelder (?), de serre en de ommuurde moestuin bleven bewaard.
Is deel van
Fort van Beieren
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Fort van Beieren [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/300190 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.