Deze toevalsvondst vond plaats voorafgaand aan de sloping van het pand en latere nieuwbouw. De sloping werd door Maarten Dejonckheere gevolgd. Het resultaat was de ontdekking van 157 fragmenten van aardewerk. Vermoedelijk zal hier bij nieuwbouw een opgraving nodig zijn.
1999: Er zijn vijf soorten aardewerk namelijk: Het slibversierde aardewerk ( 26 fragmenten ) omvat borden, een papkom en een kruik. Majolica: schotel met dambordmotief, ca. 1600-1650. Faience (6 fragmenten ): borden met blauw-wit decor. Steengoed omvat 40 scherven uit de ateliers van Raeren. Bouffioulx en het Westerwald; datering vanaf 1475-1550 tot de 18de eeuw. De pijpen worden vertegenwoordigd door 41 stelen en 2 koppen ( ca. 1650-1850).
Bron: archief van Philippe Despriet, voorzitter Archeologische Stichting voor Zuid-West-Vlaanderen Archief (ca. 20e eeuw)
archief Despriet is gecontroleerd
Beschrijving: Een pijpaarden scherf van een terracottabeeldje toont een staande en naakte figuur; gaat het om Gallo-Romeins voorwerp (Venus?) , of hoort het stuk in de Moderne Tijden thuis?