Er vond een noodopgraving plaats in de Guldenbergabdij in Wevelgem.
In 1998 werd in navolging van de opgraving toezicht gehouden op de werken. Het toezicht bevestigde de eerdere bevindingen maar bracht geen nieuwe vondsten aan het licht.
Auteurs: Lambrecht, Matthias; Jansen, Isabelle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Dit bestond onder andere uit:
- De bakstenen resten van een verdwenen bruggenhoofd.
- 13-14de eeuw: Een zuidelijk omheiningsmuur werd aangesneden op een diepte van 0,25 meter en was zichtbaar over een lengte van 15,45 meter. De muur had een oriëntatie pal oost-west met een hoed in noordwestelijke richting en een poort van 2,8 meter breedte. Het bestond uit een metselwerk van baksteen. De muur was 0,85 meter dik en aan de zuidzijde voorzien van pilasters en van een loopvlak van herbruikte baksteenfragmenten.
- 13de eeuw: Een tweede gebouw was eveneens volgens een oost-west gerichte lengteas aangelegd. Het had een onregelmatige plattegrond met een binnenwerkse breedte van 4,95 meter (zuid) tot 7,3 meter (noord), op de zuidwesthoek voorzien van een kleine aanbouw (schoorsteen). Het was gemaakt uit baksteen (formaat: 24,5 * 5 * 11,5 cm) gevat in een krijtwitte mortel.
De oostzijde van het abdijcomplex werd begrensd door een 7,5 meter brede watergracht. Hij bezat een spitse doorsnede en reikte met zijn bodem tot op 2,80 -3,00 meter onder het maaiveld. De gracht werd uiteindelijk met puin opgevuld, voornamelijk daktegels.
Beschrijving:
In het profiel van de aardgassleuf waren een 32,4 meter lange (op 0,9 meter) en een 31 meter lange (op 2,4 meter diepte), grauwzwarte afvallaag zichtbaar. De lagen bestonden uit grote pakken bouwpuin, houten balken en takken, organisch afval en ceramiek, glas en andere elementen.
Beschrijving:
Er werden diverse soorten bouwmateriaal gevonden. De vondsten die toe te schrijven zijn aan een bepaalde structuur of door de auteur ingedeeld in een andere categorie zijn daarbij beschreven maar de niet verder gedefinieerde vondsten zijn hier terug te vinden.
Er waren:
- Bakstenen van dertien verschillende formaten
- Bruinrode daktegels: De meeste zijn geheel of gedeeltelijk loodgeglazuurd en paars, bruin, bruinrood of geel gekleurd.
- Bruinrode vloertegels: deze komen voor in drie vormen en in zestien verschillende afmetingen. Ze waren meestal groen of geel gekleurd en loodgeglazuurd.
- Bruinrode wandtegels: Deze waren loodgeglazuurd en al of niet van slibmotief voorzien.
- Natuursteen: Dit kwam in diverse vormen aan bod:
Doornikse kalksteen uit de 13de en 15de eeuw en waren verwerkt in een vensterzuiltje, een zuilschacht, en een sokkel.
Brabantse zandsteen uit de 17de eeuw wordt vertegenwoordigd door een reeks herbruikte vensterstijlen afkomstig van het 17de eeuwse kerkgebouw.
Wit, krijthoudend kalksteen: uit de 17de-18de eeuw
Beschrijving:
Er was:
- Grijs aardewerk ( 1153 scherven ): Dit omvatte een 10-tal aardewerkvormen en zijn te dateren tussen 1250 en 1450-1500
- Roodbakkend, hoogversierd aardewerk (tien scherven) en zijn te dateren tussen 1250 en 1325.
- Roodbakkend, gebruiksaardewerk (2014 scherven): Ze waren steeds geheel of gedeeltelijk loodgeglazuurd, behoorden tot minstens 22 vaatwerkvormen. Deze categorie is te dateren van 1300 tot het begin van de 19de eeuw.
- Slibversierd rood aardewerk (226 scheven): Deze categorie had een regionale herkomst en kenmerkte zich door het afdekken van de binnenwand en een deel van de rand met wit slib, dat vervolgens met een groen of geel loodglazuur bestreken werd. Deze categorie is te dateren van de 14de tot de 16de eeuw.
- Rood aardewerk met slib en krasversiering ( zes scherven ) te dateren tussen de 14de en 17de eeuw.
- Wit aardewerk (45 scherven) te dateren uit de 17de-18de eeuw en afkomstig van vier types.
- Aardewerk met tinglazuur (395 scherven): te dateren uit de 15de tot 17de eeuw.
- Steengoed (398 scherven): Langerwehe (81 scherven), Siegburg (52 scherven), Raeren , Bouffioulx (dertien scherven), Westerwald (208 scherven)
- Porselein (30 scherven) uit de 17de-18eeuw.
- Pijpaardewerk: (48 scherven): tien rode en 38 witte fragmenten, 37 van die laatste waren stelen. Ze kwamen uit de 19de eeuw.
Beschrijving:
Er waren 280 glas fragmenten:
- Boheems Waldglas uit de 17-18de eeuw afkomstig van bierflessen
- Groen vensterglas
- Kristalglas (19 scherven)
Beschrijving:
Er waren diverse metaalvondsten:
- 42 loden voorwerpen waaronder: dakloodneerslag, penning, drie musketkogels, lakenloodje, hangertje en een loden bikkel.
- 50 bronzen voorwerpen waaronder: twee haken, negen gordijnringen, drie vestknopen, een gordelsluiting.
- Negen ijzeren voorwerpen waaronder: één schaar, twee sleutels en nagels.
- Eén lepel gemaakt uit tin.
- Elf munten waaronder: Een koperen munt met het wapen van Filips de Stoute ( 1384-1404 ), een lorte van Filips II ( 1555-1598 ), een koperen munt van Ferdinand van Beieren ( 1612 -1650 ), een koperen munt van Lodewijk XVI, koning van Frankrijk ( 1774-1793) en een dubbele souverein van Maria Theresia, keizerin van Oostenrijk van 1740-1780.
Beschrijving:
Dit wordt kort vermeld in het begin van de bron maar nooit beschreven.
Is deel van
Hoeve Kloosterhof
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Guldenbergabdij [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/76762 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.