Naar aanleiding van het archeologisch vooronderzoek vanuit een wetenschappelijke vraagstelling zijn er geen grote nieuwe inzichten naar boven gekomen in verband met de constructiewijze van de Sint-Lambertuskerk. Alle bouwnaden die bovengronds aanwezig waren werden ook teruggevonden in de funderingen. Alle bouwmaterialen die bovengronds gebruikt werden ook ondergronds gebruikt met uitzondering van de meest recente fase (20ste-eeuwse sacristie) waarbij de fundering bestaat uit baksteen en niet uit het zelfde materiaal waarin de bovengrondse muur is gebouwd. De enige afwijking die werd gevonden is dat de fundering van de 20ste-eeuwse sacristie niet overeenkomt met de bovengrondse vorm ter hoogte van werkput 4.
De funderingsdiepte is verschillend maar heeft te maken met de diepte van de natuurlijke vaste bodem. Waar deze relatief gezien ondiep gelegen was, was de fundering dat ook. Waar deze relatief gezien diep gelegen was, was de fundering dat ook. De enige afwijking die werd gevonden is dat de
funderingsdiepte van de 20ste-eeuwse sacristie ter hoogte van werkput 4 niet tot aan de onverstoorde bodem reikt.
Het dateren van de aangetroffen funderingen was niet mogelijk op basis van het bouwmateriaal of op basis van de vondsten in de insteek, aangezien die niet aanwezig waren. Het veelvuldig gebruiken van Romeinse bouwceramiek, en mogelijk ook van Romeinse natuursteen, wijst echter wel op een oudere
bouwfase zoals de 10de eeuw, of zelfs ouder.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Studiebureau Archeologie
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2022: Sint-Lambertuskerk [online], https://id.erfgoed.net/teksten/369837 (geraadpleegd op ).
Auteurs: Jansen, Isabelle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Jansen I. 2000: Sint-Lambertuskerk [online], https://id.erfgoed.net/teksten/327451 (geraadpleegd op ).