Op basis van het bureauonderzoek werd er een zekere archeologische verwachting opgesteld voor het aantreffen van een archeologische vindplaats. Gezien het natte terrein konden eventueel nog offsite sporen of structuren aangetroffen worden. De kans op het aantreffen van nederzettingssporen of sporen te relateren aan funeraire of ambachtelijke activiteiten was eerder klein. Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn er echter geen sporen en /of vondsten aangetroffen die wijzen op de aanwezigheid van een archeologische site. Vermoedelijk is er binnen de contouren van het plangebied geen archeologische site aanwezig geweest. Wel toonde de bodemprofielen een nat terrein aan, wat de afwezigheid van een archeologische site dan weer kan verklaren.
Bron: Jennes N., Verrijck J. 2020: Nota Borgloon, Jesserenstraat (21.077B): Verslag van Resultaten, Beerse. Auteurs: Meylemans, Erwin Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)