waarneming

Roeselare Onledegoedstraat

archeologisch element
ID
979427
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/979427

Juridische gevolgen

  • is deel van de aanduiding als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 3703
    Deze aanduiding is geldig sinds

Beschrijving

Vlakdekkende opgraving naar aanleiding van geplande ontwikkeling industrieterrein.

Op basis van eerder proefsleuvenonderzoek binnen het gehele terrein werden vier zones voor vervolgonderzoek aangeduid. Zone 1, 2 en 4 zijn onderzocht door het Vlaams Erfgoed Centrum (VEC); Zone 3 is opgegraven door BAAC Vlaanderen.

Het onderzoek binnen de vier voor opgraving geselecteerde zones in het plangebied Roeselare-Onledegoed, heeft twee ruimtelijk en chronologische gescheiden nederzettingen blootgelegd. In Zone 1 is sprake van een agrarische, inheems-Romeinse nederzetting. Deze heeft bestaan uit een omgreppeld erf waarin één huisplattegrond was gelegen. Binnen en direct buiten dit erf zijn daarnaast nog twee bijgebouwen, een spieker en/of schuurtje, gelegen en een als drenkkuil fungerende depressie, waarin (later) ook een waterput is uitgegraven. Ten noorden van de omheiningsgreppel zijn, in drie kleine clusters, zeven crematierestengraven aangelegd; een achtste graf ligt geïsoleerd in het zuiden van het erf. In zeven graven zijn één of twee aardewerken grafgiften geplaatst, meestal in een nis. Er wordt aangenomen dat er een overlap bestaat tussen de bewoners van het huis en de overledenen die in de grafkuilen zijn bijgezet.

Ter hoogte van Zone 2, op ca. 300 m ten zuidwesten van de vindplaats uit de Romeinse tijd, is op de oostoever van de Onledebeek een tweede nederzetting onderzocht, ditmaal uit de Volle Middeleeuwen. Ook hier is slechts één huisplattegrond aangetroffen, met errond een tweetal bijgebouwen. Het weinige aardewerk uit omliggende sporen staat eeen datering toe in de periode tussen 1050 en 1275 n.Chr. Het boerenerf kan in verband worden gebracht met de grote ontginningsgolf die zich vanaf de 11de eeuw voltrok. Waar deze gebouwen gevonden worden betreft het immers in vele gevallen nieuw gestichte boerderijen zonder plaatselijke voorgangers. Gezien het vrijwel ontbreken van vondstmateriaal in de sporen van de plattegrond, wordt dit ook voor de boerderij van Roeselare vermoed.

Daarnaast zijn verspreid over de verschillende zones (verkavelings)greppels, houtskoolmeilers en bom- en inslagkraters uit WOI teruggevonden. De houtskoolmeilers komen voor in Zone 1, 3 en 4. Enkele ervan kunnen aan de hand van een 14C-datering gedateerd worden in de Late-IJzertijd en (Vroeg-) Romeinse tijd, maar aangenomen wordt dat deze datering voor alle meilers geldt. 

Eén van de doelen van de opgraving was een nader onderzoek naar de Onledebeek. De resultaten van het onderzoek in de beekvallei van deze beek laten een eerder complexe sequentie zien inzake de geologische opbouw in het gebied, met een verrassend late datering voor de trogvormige geulstructuren die in het bredere dal zijn ingesneden. Opvallend is de recente datering die naar voor kwam uit de resultaten van de 14C-dateringen voor beide geulstructuren in Zone 3, van de 17de eeuw tot recent. De resultaten impliceren dat er tot relatief recent moerassige omstandigheden aanwezig waren in het plangebied. De geulen zijn dichtgegroeid met venige en organische sedimenten in de Nieuwe tijd. Geconcludeerd kan worden dat de stroomgeulen op dat moment niet actief watervoerend waren. De opvulling van de geulstructuren moet in een relatief korte periode hebben plaatsgevonden. Aan het eind van de cyclus nam het debiet in de vallei opnieuw toe en werd een relatief dun pakket klei en leem afgezet. In Geul 1 bevindt zich aan de top van de sequentie een pakket zwak zandige en vervolgens uiterst siltige klei boven de venige en organische vullingen. Dit wijst erop dat de geul tijdelijk watervoerend was en kon dichtslibben met klei en meer siltig materiaal. Ook de andere geulen worden afgedekt door een zandig en lemig kleipakket. De organische vulling tussen Geul 2 en 3 manifesteert zich tevens als een begraven oppervlaktehorizont, die beide structuren met elkaar verbindt.


Auteurs: Peleman, Bieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Sporen Late-Ijzertijd

Datering: late ijzertijd (westen)
Typologie: brandrestengraven, meilers, structuren voor houtskoolproductie
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Verspreid over de verschillende zones werden houtskoolmeilers teruggevonden. Deze komen voor in Zone 1, 3 en 4. Enkele ervan kunnen aan de hand van een 14C-datering gedateerd worden in de Late-Ijzertijd en (Vroeg-) Romeinse tijd, maar aangenomen wordt dat deze datering voor alle meilers geldt. Eén gedateerde houtskoolmeiler in Zone 4 kent een afwijkende, jongere datering. Omdat uit de kuil ook wat verbrand aardewerk is geborgen, is een interpretatie van deze kuil als brandrestengraf niet helemaal uit te sluiten.

Sporen Romeins

Datering: Romeinse tijd
Typologie: afvalkuilen, agrarische nederzettingen, crematiegraven, drenkpoelen, gebouwplattegronden, greppels, kuilen, meilers, paalkuilen, poelen, spijkers, structuren voor houtskoolproductie, waterkuilen, waterputten
Materiaal: aardewerk, glas
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Een omgreppeld erf waarin één huisplattegrond was gelegen. Binnen en direct buiten dit erf zijn daarnaast nog twee bijgebouwen, een spieker en/of schuurtje, gelegen en een als drenkkuil fungerende depressie, waarin (later) ook een waterput is uitgegraven. Tal van (paal)kuilen, waarvan diverse aan de hand van het aardewerk met zekerheid ook in de Romeinse tijd geplaatst kunnen worden, zijn verspreid over het erf uitgegraven. De functie van deze kuilen is niet herleidbaar. het betreft mogelijk voor een deel afvalkuilen en in de diverse paalkuilenclusters kunnen nog bijgebouwtjes als spiekers verscholen liggen.
Ten noorden van de de omheiningsgreppel zijn, in drie kleine clusters, zeven crematierestengraven aangelegd; een achtste graf ligt geïsoleerd in het zuiden van het erf. In zeven graven zijn één of twee aardewerken grafgiften geplaatst, meestal in een nis. Dit aardewerk was sterk verweerd en overwegend secundair verbrand. Bovendien bestond het voor het grootste deel uit handgevormd aardewerk. Dit maakte een exactere datering van de meeste graven dan in de 1ste-2de eeuw n.Chr. niet mogelijk. Een terra sigillata kommetje Drag. 33 kan graf CR01 in de 2de eeuw n.Chr. plaatsen. Evenwel wordt aangenomen dat er althans voor een deel overlap bestaat tussen de bewoners van het huis en de overledenen die in de grafkuilen zijn bijgezet. Een aanwijzing hiervoor zijn de linkshandig aangebrachte versieringen, die zowel op aardewerk uit het huis als uit een graf aangetroffen zijn.
Op basis van met name het overwegend sterk verweerde en daardoor moeilijk te determineren aardewerk, kan de nederzetting als geheel gedateerd worden van de tweede helft van de 1ste tot eind 2de eeuw. Het huis kan gedateerd worden tussen 125-175 n.Chr., terwijl het vondstmateriaal uit de poel/depressie een eind 1e en begin 2e eeuw dateert. De als onderdeel van de depressie uitgegraven waterput kent een jongere datering: eind 2de eeuw en eventueel iets later.

Uit de paalkuil van de Romeinse huisplattegrond zijn twee glasfragmenten verzameld die van hetzelfde object afkomstig zijn. Het betreft hier een deel van de bodem van een zalfflesje, type Isings 82. In deze typologie wordt dit type omschreven als 'candlestick unguentarium'.

In Zone 1, 3 en 4 werden verschillende houtskoolmeilers teruggevonden. Enkele ervan kunnen aan de hand van een 14C-datering gedateerd worden in de Late-Ijzertijd en (Vroeg-) Romeinse tijd, maar aangenomen wordt dat deze datering voor alle meilers geldt. Eén gedateerde houtskoolmeiler in Zone 4 kent een afwijkende, jongere datering. Omdat uit de kuil ook wat verbrand aardewerk is geborgen, is een interpretatie van deze kuil als brandrestengraf niet helemaal uit te sluiten.

Sporen Volle Middeleeuwen

Datering: volle middeleeuwen
Typologie: bijgebouwen, gebouwplattegronden, nederzettingen
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Ter hoogte van Zone 2, op ca. 300 m ten zuidwesten van de vindplaats uit de Romeinse tijd, is op de oostoever van de Onledebeek een tweede nederzetting onderzocht, ditmaal uit de Volle middeleeuwen. Ook hier is slechts één huisplattegrond aangetroffen, met er rond een bijgebouw en spieker. Het weinige aardewerk uit omliggende sporen staat een datering toe in de periode tussen 1050 en 1275 n.Chr. De huisplattegrond valt in de categorie drieschepig gebouw met ruime middenbeuk.
Ten zuidoosten van het onderzoeksgebied werd een grote waterhoudende structuur aangesneden. Vermoedelijk verzorgde deze de watervoorziening voor de nederzetting.

Sporen Wereldoorlog I

Datering: WO I
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Bom- en inslagkraters.


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Roeselare Onledegoedstraat [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/979427 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.