Er kan voor de pre-Romeinse periode geconcludeerd worden dat op basis van de vormelijke aspecten op deze locatie funeraire structuren aanwezig was. De twee funeraire structuren bevinden zich nabij de geprefereerde grenszones nabij erfafbakening S71 (kringgreppel S49 binnen het erf en langbed S38 buiten het erf) en het hoger gelegen deel in het landschap. Deze funeraire structuren waren gelegen nabij een vermoedelijke ijzertijdnederzetting die zich waarschijnlijk in het zuidwesten van het terrein bevindt. Deze nederzetting wordt direct afgebakend door greppel S71 en indirect door twee aanwezige grafmonumenten. Er bestaat een mogelijkheid dat in de vruchtbare lösslandschappen nederzettingen op een helling afkomstig uit de late ijzertijd, hun continuïteit kennen in de daaropvolgende Romeinse periode. Deze waren in de onmiddellijke nabijheid voorzien van grafvelden of grafmonument. Deze redenatie lijkt voor de site op de Blondeswinning op te gaan.
Van de Romeinse bewoning werd een erfafscheiding aangetroffen in de vorm van greppels in het noorden en het zuiden van het onderzoeksgebied. De begrenzing van het erf wordt gevormd door de greppels S24, S51 en S56. Op dit erf zijn er vier gebouwenstructuren aangetroffen; drie spiekers en een woning/spieker. Naast deze gebouw structuren werd er ook een tumulus aangetroffen aan de noordgrens grens van het erf, tevens ook het hoogste deel van het erf. Het is echter op basis van de aangetroffen gebouwplattegronden niet duidelijk of het om een Romeinse boerderij in inheemse traditie gaat dan wel een Romeins villadomein. Echter vanwege de aanwezige tumulus en de omvang en monumentaliteit is het eerder aannemelijk dat er een Romeins villadomein heeft gelegen. Indien dit het geval is, betekent het dat de ijzertijdnederzetting is uitgegroeid of samengesmolten tot een Romeins villadomein. Ook de spreiding van Romeins vondstmateriaal binnen het gebied dat door de greppels wordt afgebakend laat blijken dat hier sprake is geweest van een nederzetting of villadomein uit de Romeinse periode is aangesneden gedurende deze periode.
Tussen de Romeinse sporen en de middeleeuwse sporen is er geen sprake van continuïteit. Daarnaast is ook de nederzetting verschoven in richting van de huidige Sint-Lambertuskerk. De functie van de kuilen is om leem te winnen ten behoeve van de bouw en het onderhoud van de aanwezige gebouwen in de nederzettingen. De meeste gebouwen werden in vakwerk opgebouwd. De leem werd in de traditionele vakwerk gebouwen vermengd met stro, en gebruikt om de wanden te besmeren. Aangezien leemwinningskuilen meestal perifeer zijn gelegen, zijn er ook geen nederzettingsstructuren aangetroffen, zoals bijvoorbeeld boerderijen, opslagschuren etc. Deze zullen eerder op het hoger gelegen deel gelegen hebben, nabij de kerk. De datering van het aardewerk komt overeen met de data waarin Grote Spouwen in de eerste historische bronnen verschijnt. Grote Spouwen wordt voor het eerst vermeldt in 1181 als Spalden. Daarnaast werd in de 15de eeuw Sint-Lambertuskerk aangebouwd met daarin een grafsteen uit 1280 ingebouwd van een zekere Godfried, vermoedelijk de heer van Spalden. Grafkuil S11 met, zij het onduidelijk, een lijkschaduw, dateerde uit de middeleeuwse periode. Het was het enige middeleeuwse graf aangetroffen op de site.
Bron: Augustin S., De Winter N., Steegmans J., Vanaenrode W. & Wesemael E. 2019: Eindverslag opgraving Grote Spouwen, Blondeswinning, ARON rapport 657. Tongeren: ARON bvba.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: ARON bvba
Is deel van
Sapstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Blondeswinning [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/979840 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.