De aangetroffen structuren vormen een kleine landelijke nederzetting uit de ijzertijd. In totaal werden drie constructies aangetroffen aan de rand van een natuurlijke depressie. Eén ervan kan omwille van de vondsten en de bijzondere indeling geïnterpreteerd worden als een woonhuis, mogelijk met apart stalgedeelte. Twee anderen hebben het typisch grondplan van een bijgebouw en een spieker voor de opslag van oogst. Er werden geen erfafbakeningen teruggevonden op het terrein. Het erf kan op basis van het gevonden aardewerk en 14C-datering gesitueerd worden in de vroege ijzertijd.
Het geheel vormde een kleine entiteit. Door de goede bewaring van de sporen kon de bewoningsgeschiedenis van het erf ontrafeld worden en konden hypothesen geformuleerd worden rond het gebruik en de inplanting van de gebouwen. Het belang van de site overstijgt daarom de lokale context. De verwachting om ter hoogte van de depressie eventuele waterkuilen terug te vinden is niet ingelost. Vermoedelijk vormde de depressie naargelang de seizoenen een bron van water en heeft die mee de inplanting van de gebouwen bepaald.
Op basis van de lay-out van het erf met een klein woonstalhuis, een schuur en een spieker voor de opslag van oogstgewassen, kan met stellen dat het gaat om een klein familiebedrijf met gemengde activiteiten, enerzijds veeteelt en anderzijds akkerbouw. De vondst van een spinklos getuigt van de ambachtelijke verwerking van wol en onrechtstreeks van de aanwezigheid van schapen. In de nabijheid zullen dan ook zowel akkers als graasgronden gelegen hebben.
Na het verlaten van de nederzetting is het wachten tot in de late middeleeuwen vooraleer de mens opnieuw zijn stempel drukt op het landschap. In die periode werden de gronden in gebruik genomen als akkerland. De oudste akkerlaag hangt samen met de ontginning. Zij bevat geen dateerbare vondsten, maar haar samenstelling verraadt nog de aanwezigheid van de oorspronkelijke podzolbodem. Een systeem van draineringsgrachten controleerde de waterhuishouding ter hoogte van de depressie. In het noorden werden grachten gegraven die een ruimte afbakenden ten noorden van het projectgebied. Mogelijk is daar een erf gelegen. Al deze grachten bevatten aardewerk dat globaal gesitueerd kan worden in een periode van de 13de eeuw minstens tot het einde van de 15de eeuw.
Bron: De Beenhouwer J. & Arckens M. 2019: Op de rand van de depressie. Wonen in een schuur in de vroege ijzertijd. Eindverslag van een opgraving aan de Geelseweg 9 in Herentals, Fodio Rapport 36. Wijnegem: Fodio.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Fodio bvba
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Geelseweg 9 [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/979944 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.