is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 8796
Deze aanduiding is geldig sinds
In de opgravingszone werden sporen uit de volle, late en post-middeleeuwen aangetroffen. Het merendeel van de sporen is in de volle middeleeuwen te dateren, het betreft voornamelijk kuilen, grachten en greppels. Centraal in het noordelijk deel van het terrein werd een gebouwstructuur aangetroffen die deel uitmaakte van een woonerf. Het woonerf loopt waarschijnlijk nog door in noordelijke richting. De structuur wordt gekenmerkt door wanden die bestaan uit meerdere palenkoppels. Structuren met dergelijke palenzetting werden bij eerder archeologisch onderzoek reeds geattesteerd en dateren in hoofdzaak uit de volle middeleeuwen. Op basis van het aanwezige aardewerk kan de structuur nauwkeuriger gedateerd worden in de volle middeleeuwen, ca. 1150-1225 n.Chr.. Dit sluit aan bij de typochronologie van de structuur. Door het grote aantal greppels en grachten met eenzelfde datering is het niet mogelijk om deze te koppelen aan de gebouwstructuur, wel kan er op basis van enkele oversnijdingen een onderlinge fasering aangegeven worden.
In de late middeleeuwen (13de-14de eeuw) was er geen bewoning op het terrein. Wel zijn sporen aanwezig die te maken hebben met een artisanale functie en een greppelsysteem dat gebruikt werd voor landbouwdoeleinden. Getuige hiervan zijn enkele kuilen en grachten met verbrande leemvulling, metaalslakken en een vrij grote hoeveelheid (slecht gebakken) bouwkeramiek. Een waterkuil dateert uit dezelfde periode. Op basis van het aanwezige materiaal, voornamelijk op basis van de aangetroffen bouwkeramiek kunnen deze sporen in de 13de-14de eeuw gedateerd worden. Een gracht, of toch tenminste de opvulling ervan, is te dateren in de 17de-19de eeuw.
Hoewel er geen sporen uit eerdere periodes werden aangetroffen, wijzen de vondst van een Romeinse munt en een fragment handgevormd aardewerk uit de vroege middeleeuwen erop dat een vorm van bewoning uit deze periodes zich in de nabije omgeving moet bevonden hebben.
Bron: Acke B., Bracke M., Fonteyn P. & Wyns G. 2019: Oedelem Oudeputstraat. Eindverslag. Verslag van resultaten. Moerbeke-waas: Acke & Bracke bvba.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Acke & Bracke bvba
Beschrijving:
In de late middeleeuwen (13de-14de eeuw) is er geen bewoning op het terrein. Wel zijn sporen aanwezig die te maken hebben met een artisanale functie en een greppelsysteem dat gebruikt werd voor landbouwdoeleinden. Getuige hiervan zijn enkele kuilen en grachten met verbrande leemvulling, metaalslakken en een vrij grote hoeveelheid (slecht gebakken) bouwkeramiek. Waterkuil S177 dateert uit dezelfde periode. Op basis van het aanwezige materiaal, voornamelijk op basis van de aangetroffen bouwkeramiek kunnen deze sporen in de 13de-14de eeuw gedateerd worden.
Beschrijving:
Romeinse munt uit de 2de eeuw n. Chr. aangetroffen tijdens het vooronderzoek. De matige bewaring laat geen sluitende identificatie toe.
Beschrijving:
Een fragment handgevormd aardewerk uit de vroege middeleeuwen wijst erop dat een vorm van bewoning uit deze periode zich in de nabije omgeving moet bevonden hebben.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Oudeputstraat [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/980002 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.