Door de gebruikte methodiek bleek het onmogelijk om sporen te registeren in de smalle en diepe sleuven. Hierdoor was het enkel mogelijk om een visuele inspectie te doen en werden enkele vondsten gerecupereerd. In de werkput werd een loopgravenschop aangetroffen. In werkput 2 werd het restant van een oost-zuid verlopende loopgraaf uit WO I vastgesteld. Deze werd nog niet eerder aangetroffen. Door de stofzuiger te gebruiken werd er geen schade aan de loopgraaf toegebracht.
De stratigrafische opbouw werd gekenmerkt door de aanwezigheid van een ca. 0,50 m dikke heterogene met natuursteen gemengde ophogingslaag onder het maaiveld in functie voor de aanleg van de wegverharding. Onder deze is er de aanwezigheid van een vrij steriel heterogeen ophogingspakket met sporadisch de aanwezigheid van baksteenpuin en resten van tactisch schroot afkomstig van ontplofte projectielen WO I. Dit pakket kan met de vorming van de huidige IJzerdijk in verband gebracht worden.