Tijdens het onderzoek met proefsleuven werden 210 sporen geregistreerd. Het gaat vooral om sporen te linken aan landbouwactiviteit en landindeling vanaf de nieuwe tijd waarvan de informatiewaarde beperkt is. Slechts twee sporen bevatten kennispotentieel. Het gaat wellicht om houtskoolmeilers. Het verkennend booronderzoek leverde geen indicatoren uit de steentijd op.
De twee houtskoolmeilers leverden via 14C een datering op. Een in de 1ste eeuw of het eerste kwart van de 2de eeuw na Chr. (vroegromeinse tijd- begin midden-romeinse tijd) en een tweede tussen het midden van de 4de eeuw voor Chr. en de 2de eeuw voor Chr. (midden of late ijzertijd). Antracologisch onderzoek wees uit dat eik de dominante houtsoort was met 95.9%, aangevuld met beuk, hazelaar en de appelsubfamilie.