Bij infrastructuurwerken werd een waterput ontdekt. Op historisch kaartmateriaal is geen aanduiding van een waterput te zien en in historische bronnen wordt er geen vermelding gemaakt van een waterput op deze plaats. Een datering van de waterput kan bij gebrek aan ander vondstmateriaal niet gegeven worden. Mogelijk stamt de waterput pas uit de 19de eeuw. Van de waterput werd alleen het bovenste gedeelte afgebroken. Vanaf 1836 nam de Belgische regering in de gemeentewet op dat de gemeenten verantwoordelijk waren voor openbare drinkwatervoorziening. Vanaf dan legden de gemeenten en steden waterleidingen aan. Voorheen waren waterputten een belangrijke bron van zuiver water voor de stedelingen en inwoners van de gemeenten. Daarom is het belangrijk om waterputten te documenteren, ze staan immers zelden aangeduid op historische kaarten. Op deze manier kan men de verspreiding van deze belangrijke watervoorziening inventariseren. De put zelf werd opgevuld met zand, afgedekt en blijft in situ bewaard.
Bron: JANSEN I. (red.) 2023: Verslagen van archeologische toevalsvondsten uit 2020 waar geen verder onderzoek nodig of mogelijk was, Onderzoeksrapporten agentschap Onroerend Erfgoed 255, Brussel. Literatuur ()
Beschrijving: De waterput was minstens 4 m diep bewaard en heeft een doorsnede van ongeveer 1 meter. De wand is opgebouwd met een witgrijze kalkmortel en donkerrood gekleurde bakstenen.