Naar aanleiding van een verkaveling werd er op het terrein een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd.
Tijdens het landschappelijke booronderzoek werden eventuele archeologische niveaus aangetroffen op een diepte van 20 á 90 cm en 40 á 140 cm beneden het maaiveld.
Bij het verkennend archeologische booronderzoek waren in negen boringen werden baksteenfragmenten aanwezig. In één boring werd plastiek aangetroffen in de ploeglaag. Er werd in geen enkele boring lithisch materiaal, houtskool, verbrande hazelnoten, verbrand bot of verkoold graan aangetroffen. Uit de resultaten van het archeologische booronderzoek is gebleken dat bij 10 boringen een intacte paleobodem aanwezig was, namelijk de 10 boringen met een B-horizont.
Verspreid over het terrein werden verscheidene verstoringen aangetroffen. Deze verstoringen konden op basis van de zeer losse, donkere en humeuze vulling, als natuurlijk geïnterpreteerd worden. Het plangebied was in het verleden volledig begroeid met bomen, die vlak voor het proefsleuvenonderzoek gerooid werden. Tijdens het aanleggen van de sleuven moesten sommige stronken verwijderd worden die voor een verstoring van het vlak leidden. Verder werden er geen antropogene sporen aangetroffen. Vermoedelijk is er binnen de contouren van het plangebied geen archeologische site aanwezig geweest. Mogelijk zijn archeologische sites op de iets hoger gelegen zones ten zuiden van het plangebied terug te vinden.