Tijdens het archeologisch vooronderzoek werden verschillende profielen blootgelegd en enkele sporen. Er werd aardewerk vanaf de 12de tot de nieuwe tijd aangetroffen. Er werden 13 vondstcontexten aangetroffen, verspreid over individuele sporen. De precieze aard van de contexten is op dit ogenblik niet gekend. De archeoloog interpreteert een deel van de ophogingslagen mogelijk als "zwarte laag".
Op basis van het nieuwe archeologische onderzoek bevindt er zich geen Oude Geteloop binnen het plangebied in de middeleeuwen en later. Daarnaast zijn er wel duidelijk sporen aanwezig die veel dieper werden aangetroffen dan verwacht. De sporen verwijzen in eerste instantie naar veenwinning vanaf de Karolingische periode tot in de 14de eeuw. Het hoge aantal vondsten toont aan dat hier nederzettingsafval werd gedumpt, aan de rand van de pre- en vroeg-stedelijke samenleving.
Auteurs: Jennes, Niels
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Ophogingslagen dateren van na de 13de eeuw, een deel is niet ouder dan de late 17de eeuw.
Beschrijving:
Aandacht is voornamelijk besteed aan het onderzoek op het eerste archeologisch niveau, op ca. 3 m-mv. Hier werd algemeen een sporencluster aangetroffen bestaande uit kuilen, met uitzondering van drie tonputten. De kuilen waren gegraven tot in de veenlaag. Opvallend is dat de kuilen een hoog aantal vondsten opleverden. De vondsten waren uiteenlopend van aard: aardewerk, botmateriaal, leer, metaal, enz. Ze dateren de vindplaats algemeen vanaf de Karolingische periode tot in de 14de eeuw. De vindplaats is moeilijk te interpreteren. In eerste instantie lijkt de locatie in gebruik te zijn geweest voor veenwinning. Het grote aantal kuilen die zijn gegraven tot in de venige laag doen dit alleszins vermoeden. Daarnaast verwijst het hoge aantal nederzettingsafval vermoedelijk naar de graduele depositie van huishoudelijk afval aan de rand van een (pre-)stedelijke bewoningskern.
Beschrijving:
Bakstenen laterineput aangetroffen in profiel. Datering vanaf de 17de eeuw, op basis van de vondsten, het baksteenformaat en de kalkmortel.
Van de muurstructuren gaat het veelal om moderne en vroegmoderne structuren. De oudste betreffen vermoedelijk latrines die te dateren zijn voor 1671, wanneer Zoutleeuw een vestingstad wordt. Het jongste aardewerk dat werd verzameld bij de aanleg van het eerste archeologisch leesbaar niveau (ca. 3 m-mv) dateert in de 2de helft van de 16de eeuw, eerste helft 17de eeuw. Mogelijk vertegenwoordigt dit de fase van de latrines.
Is deel van
Historische stadskern van Zoutleeuw
Is deel van
Valleien van de Grote en Kleine Gete
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Beekstraat [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/980530 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.