Het onderzoek werd uitgevoerd naar aanleiding van een toevalsvondst bij de uitvoering van werken in functie van de constructie van warmtecollectoren in de Sacramentskapel van de Sint-Janskerk. Bij deze werken werd de vloer van de kerk verwijderd, en werd een vlak aangelegd dat ca. 30 cm dieper lag dan het huidige vloerniveau. Deze werkzone omvatte een strook van ca. 8,2m lengte en ca. 1,2m breedte tegen de muur van de kerk.
In de oostelijke aangelegde put voor de constructie van de warmtecollector werd een deel van de bakstenen fundering van het 19de-eeuwse grafmonument van Jan Van Leyen vrijgelegd. Deze fundering is opgebouwd in verschillende trappen, het baksteenformaat bedraagt 17 X 9 X 4 cm. Er zijn geen aanduidingen voor latere toevoegingen of verbouwingsfasen van deze fundering.
Het huidige vloerniveau van de kerk is aangelegd op een opvullingspakket dat zich uitstrekte over heel de werkput. Dit pakket bestaat uit puinmateriaal en zand, waarin losse menselijke skeletresten, fragmenten aardewerk en leisteen- en baksteenresten aanwezig zijn.
In het westen van de onderzoekszone werd een grafkelder aangetroffen. De ruimte tussen deze grafkelder en de binnenmuur werd opgevuld door een aan de bovenzijde ca. 30cm brede ‘muur’ opgebouwd met baksteen- puinresten.
De grafkelder zelf mat 280 op 90 cm en bestaat uit een bakstenen constructie met tongewelf. De diepte van de grafkelder t.a.v. de top van het tongewelf bedroeg 142 cm. De zijwanden van de grafkelder waren ruw en gedeeltelijk bepleisterd. Aan het oostelijke uiteinde van de grafkelder was een graffiti aangebracht, nl. het jaartal ‘1518’ in gotische letters. Het tongewelf werd opgebouwd met bakstenen van formaat 19 X 5 X 5cm, met een grijze mortel. Voor het grootste deel van de kelder waren deze bakstenen kops georiënteerd. Aan de westzijde wijkt dit patroon echter af en vertoont het tongewelf een verbouwingsfase, met kleinere bakstenen (17 X 5 X 4,5 cm), in een dwars verband. Ook aan de binnenzijde van de grafkelder is deze verbouwing duidelijk zichtbaar. De bepleistering werd hier niet meer terug aangebracht, en het metselwerk was hier duidelijk veel minder verzorgd. De westzijde van de grafkelder werd bij deze verbouwing tevens opengemaakt en terug dichtgemaakt met een slordig metselwerk van baksteenfragmenten en brokken puin.
In de grafkelder bevonden zich resten van twee begravingen. In de eerste plaats is dit een subrecent skelet dat in een kist werd bijgezet. Dit skelet en het hout van deze kist waren sterk aangetast door schimmelvorming. De begraving was georiënteerd met het hoofd naar het westen. Omwille van gezondheidsrisico’s en de mogelijkheid tot bewaring in situ werd dit skelet niet gelicht.
In het oostelijke uiteinde van de grafkelder waren resten van een tweede begraving aanwezig, in de vorm van verschillende knoken, ribben, en schedelfragmenten. Ook deze waren in enige mate mee aangetast door de schimmelvorming op het recentere skelet. Deze resten van de oudere begraving werden duidelijk opzij geschoven bij de heringebruikname van de grafkelder. Een aantal van deze skeletresten werd gerecupereerd. Een merkwaardige vondst die eveneens werd gerecupereerd en die wellicht moet geassocieerd worden met de oudere begraving is een kan in rood geglazuurd aardewerk, die te situeren is in de 15de-16de eeuw.
In het oosten de grafkelder wordt de grafkelder gedeeltelijk ‘afgedekt’ door de bakstenen sokkel van het grafmonument daar, behorende tot Jan Van Leyen, dat in de 19de eeuw werd opgericht door de familie van den Venn.
Een belangrijk aspect van de vondst is de schijnbare discrepantie tussen de datering van de grafkelder op basis van de aangebrachte graffito (1518) en de, op basis van historische bronnen, datering van de Sacramentskapel (1548). Dit zou kunnen betekenen dat de grafkelder oorspronkelijk buiten de kerk was gelegen (wat onwaarschijnlijk is), of binnen een annex die een mogelijke voorloper was van de Sacramentskapel.
Bron: MEYLEMANS E., COUSSERIER K. & VAN LAECKE J. 2020: Een toevalsvondst in de Sint-Janskerk in Mechelen. Eindverslag van een archeologische toevalsvondst, Onderzoeksrapporten agentschap Onroerend Erfgoed 160, Brussel.
Auteurs: Meylemans, Erwin
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Historische stadskern van Mechelen
Is deel van
Parochiekerk Sint-Jan Baptist en Evangelist
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sint-Janskerk [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/980608 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.