Naar aanleiding van de toekomstige aanleg van een bufferbekken, vond een proefsleuvenonderzoek plaats. Het grootste deel van het terrein bleek al op voorhand afgegraven. Het zuidelijke deel was hierbij dieper verstoord dan het noordelijke deel. Het noorden werd onderzocht aan de hand van proefsleuven, het zuidelijke deel werd visueel geïnspecteerd en verder onderzocht aan de hand van enkele strategisch geplaatste kijkvensters. Het vooronderzoek met ingreep in de bodem leverde voornamelijk greppels en (paal)kuilen op. De oostelijke zone waarin een afbuigende greppel en er binnenin gelegen (paal)kuilen voorkwamen, deed het vermoeden van menselijke bewoning rijzen. De weinige vondsten (2 scherven Maaslands wit aardewerk en 1 scherf oxiderend gebakken rood aardewerk) plaatsten dit vermoedelijke erf voorlopig in de volle middeleeuwen.
Bron: DE RIJCK A. 2020: Evaluatie van het bodemarchief aan de hand van proefsleuvenonderzoek langs de Groeningenlei te Aartselaar, ABO Archeologische Rapporten 1113, Aartselaar. Auteurs: De Rijck, Anna Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)