In mei 2019 werd een landschappelijk bodemonderzoek uitgevoerd door middel van boringen. Uit dit onderzoek kan men besluiten dat er in het projectgebied een slecht tot matig bewaarde bodemopbouw is aangetroffen. Oude intacte A – of E - horizonten zijn niet aangetroffen en bijgevolg werd de kans op de aanwezigheid van goed bewaarde steentijdsites laag ingeschat.
Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden in totaal 18 spoornummers geregistreerd. Het merendeel van de sporen is gerelateerd aan de 20ste-eeuwse bewoning. Een tweetal grondbewerkingssporen worden in de nieuwe tot nieuwste tijd gedateerd. De datering werd bepaald door de vondst van een fragment van een pijpekopje uit pijpaarde. Tenslotte zijn enkele boomwortels die het vlak verstoord hebben als natuurlijk spoor geregistreerd.
Er werd een vuurstenen eindschrabber uit het laat-paleolithicum t/m neolithicum aangetroffen in de vulling van een 20ste-eeuwse kuil.