waarneming

Kruibeke Bazelstraat - Polderstraat

archeologisch element
ID
980724
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/980724

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 6456
    Deze aanduiding is geldig sinds

Beschrijving

In totaal werden 121 sporen aangetroffen. Het sporenbestand valt uiteen in - onderkantjes van - (paal)kuilen, geulen, een depressie, een drenkpoel en een waterput uit de ijzertijd – vroeg Romeinse tijd, ontginningskuilen uit de post-middeleeuwen en sub-recente kuilen uit de nieuwe tijd. Het zwaartepunt van de site lag duidelijk bij sporen uit de ijzertijd – vroeg Romeinse tijd. 

De grootste sporendensiteit bevond zich in het oosten en noorden. Er is een duidelijke helling van oost naar west die samenhangt met de ligging van het onderzoeksgebied ter hoogte van het cuestafront (de steile zijde) van de Wase cuesta.

Aan de zuidoostelijke zijde van het onderzoeksgebied kwam het merendeel van de archeologische sporen voor. Het gaat om enkele greppels, mogelijke spiekers, een waterput en drenkkuil die allen dateren in de ijzertijd – vroeg Romeinse tijd.

Verder kwamen op diverse locaties binnen het onderzoeksgebied palenclusters voor. Echter, na couperen bleek enkel deze in werkput 1 terug te gaan op enkele structuren. Ten zuiden van beide greppels echter kwam een palencluster voor waarbinnen wel enkele mogelijke bij elkaar horende paalkuilen in konden worden herkend. Het gaat om mogelijke spiekers.

Verder kwam er net ten westen van een plaatselijke depressie in het landschap zowel een waterput als een drenkkuil voor. De waterput (diameter 2,5m) vertoonde een kern en een insteek. De bovenste laag van zowel de waterput als de greppel bestond uit een recente heterogene verstoringslaag. Uit laag 2 kwamen twee erg dikwandige bodemfragmenten, vier dikwandige wandfragmenten waarvan één besmeten exemplaar en één fragment met kamstreekversiering. Verder ook nog één dikwandig besmeten wandfragment en één randfragment eveneens met kamstreekversiering. Voor het overige kwam ook nog het gewone grof handgevormd aardewerk voor. De opgave van de waterput kan bijgevolg met zekerheid in de ijzertijd – vroeg Romeinse tijd geplaatst worden. Uit de aanliggende greppel kwamen eveneens drie dikwandige fragmenten.

In de vulling van de Kruibeekse depressie kwam erg veel handgevormd aardewerk maar eveneens ook één scherf terra sigillata  voor. Hogerop bevond zich klaarblijkelijk niet enkel bewoning tijdens de metaaltijden maar eveneens uit de Romeinse periode.

Drie losse vondsten, in totaal goed voor vijf geglazuurde fragmenten waaronder één pootje van een laat/post-middeleeuwse grape, kwamen verspreid over de site voor en wijzen op (post-)middeleeuwse bewoning in de directe omgeving van de site. Gezien er zowel door middel van bemesting als erosie ex situ-materiaal op de site kan terecht gekomen zijn, zijn deze vondsten voor de site zelf niet erg relevant.

Vooreerst is er dus een duidelijke occupatie geweest van vooral de oostelijke en centrale zone van het onderzoeksgebied tijdens de ijzertijd-vroeg Romeinse periode. Ook de noordelijke zone maakt hier in feite deel van uit maar hier konden geen concrete structuren uit worden geëxtraheerd. Wellicht ligt de hoge erosiegraad hieraan ten grondslag, die een deel van de sporen mee verspoelden. Sinds het neolithicum werd de oostzijde van het plangebied na massale ontbossingen van de nabijgelegen hogerop gesitueerde bossen bedolven onder een colluviaal pakket dat via geulen van meer heuvelopwaarts de cuesta werd aangevoerd. Een deel van het vondstenmateriaal is bijgevolg van elders afkomstig en wellicht gaat het hier om de iets hoger gelegen bewoning uit de ijzertijd en Romeinse periode. Het sporenbestand uit deze periode bestaat alvast uit enkele greppels of geulen, een waterput, drenkpoel en een tweetal spiekers. Wellicht bevond de eigenlijke bewoning in de vorm van een erf zich iets hoger op de cuesta. Ook de resultaten van het natuurwetenschappelijk onderzoek (pollenonderzoek op waterput) geven enerzijds aan dat er vee in de nabijheid aanwezig was wat de hypothese van determinatie als drenkpoel bevestigt. Anderzijds werden er duidelijke indicaties van menselijke tussenkomst (verbouwen van graangewassen en vlas, voorkomen van akkeronkruiden, quasi afwezig zijn van boompollen door ontbossing,…) aangetroffen. Het merendeel van het vondstenmateriaal wijst op een datering binnen de late ijzertijd-vroeg Romeinse periode en bestaat uit aardewerk. De meest opzienbare vondst echter betreft een houten schoenzool die in de vroeg-Romeinse periode werd gedateerd aan de hand van een C14-datering. Samen met een fragment van houten vlechtwerk is dit opnieuw een indicatie voor nabijgelegen bewoning.

De middeleeuwen vervolgens zijn enkel vertegenwoordigd dankzij enkele losse vondsten die enkel wijzen op bewoning tijdens de middeleeuwen in de onmiddellijke omgeving. Tijdens de late of post-middeleeuwen werd er mogelijk aan ontginning (zandwinning) gedaan, hiervan zijn enkele grote kuilen met rechte wanden de getuigen.

Verder zijn ook een tweetal kleine vierkante kuilen vol (sub)recent materiaal overblijfselen van de nieuwe-nieuwste tijd. Een datum ante quem voor het graven van deze kuilen is 1840.


Auteurs: Goukens, Lode
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Vroeg-Romeinse tijd

Datering: late ijzertijd (westen), Vroeg-Romeinse tijd
Typologie: greppels, vaatwerk, waterputten
Gebeurtenis:

late-post-middeleeuwen

Datering: late middeleeuwen
Typologie: kuilen, vaatwerk, zandwinning
Gebeurtenis:

Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kruibeke Bazelstraat - Polderstraat [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/980724 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.