Het archeologisch vooronderzoek bracht een reeks sporen aan het licht die mogelijk kunnen gelinkt worden aan de watervoorziening van het laatmiddeleeuwse tot vroegmoderne Tielt. Twee ronde tot ovale kuilen werden op basis van het gefragmenteerd aardewerk gedateerd vanaf ca. 1400. Twee kleinere kuilen en 3 paalsporen leverden geen datering op. De locatie ligt op een lagergelegen deel van de toenmalige Hulst, net aan de rand van het historische stadscentrum én ten zuiden van een belangrijke stadsvijver ‘de Hoogvijver’. De ‘Hulst’ was een weilandgebied dat vanaf de 14de eeuw wordt vermeld in de historische bronnen. Er waren verschillende bronnen en putten gelegen die belangrijk waren voor de watervoorziening van de stad Tielt.
Beschrijving: Tijdens het vooronderzoek trof men een aantal kuilen aan. Deze vielen op door hun omvang en de aanwezigheid van ingeheide palen aan de rand. Op basis van archeologische en historische argumenten vermoedden de archeologen dat deze kuilen te maken hadden met de laatmiddeleeuwse en vroegmoderne watervoorziening van het stad Tielt. Het water werd van op de Hulst naar de stad geleid via ondergrondse leidingen en kanalen. Zo zijn jaarrekeningen gekend uit 1448 die de vernieuwing van de bestaande drainagebuizen of ‘kannebuizen’ beschrijven die water vervoerden vanuit de Hulst richting de Hoogstraatvijver (op de hoek van de huidige Hoogstraat met de Vijverstraat). Tijdens het archeologisch vooronderzoek zijn er resten gevonden van dergelijke ‘kannebuizen’. De aangetroffen ingeheide palen kunnen in deze optiek worden beschouwd als lokale oeververstevigingen.