Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden 3 sporen geregistreerd. Een smalle greppel van 24 cm breed en 5 cm diep met een bruine tot donkerbruine vulling en een afgeronde bodem. Evenwijdig daaronder lag een 157 à 220 cm brede gracht met een bruine tot donkerbruine vulling en een vlakke bodem. De locatie van deze sporen komt overeen met de afbeelding van een weg op de Atlas der buurtwegen. Een derde spoor was een 33 cm brede, noord-zuid georiënteerde greppel die tot een diepte van 6 cm bewaard was.