De aangetroffen archeologische resten omvatten paalsporen, kuilen, greppels en recente verstoringen. De sporen komen verspreid voor binnen de volledige onderzochte zone.
De sporen uit de metaaltijden zijn te interpreteren als sporen van bewoning. Het omvat paalsporen en kuilen. Binnen de paalsporen werd een spieker herkend. Op basis van het vondstmateriaal dateren we de sporen in de vroege ijzertijd. Het gaat om resten gerelateerd aan landbouwactiviteiten. De aanwezigheid van kuilen geeft mogelijk aan dat we te maken hebben met de periferie van een bewoningssite.
De sporen uit de middeleeuwen zijn te interpreteren als sporen van bewoning, van landgebruik en van landindeling. Ze werden verspreid binnen de onderzochte zone aangetroffen. Uit de middeleeuwen werden er verschillende structuren aangetroffen, waaronder een spieker, twee bijgebouwen en een dubbele palenrij. Daarnaast werden enkele parallelle perceelsgreppels aangetroffen. Twee greppels zijn te interpreteren als afbakeningsgreppels van het erf. Het merendeel van de middeleeuwse sporen kan op basis van het vondstmateriaal in de volle middeleeuwen geplaatst worden. Er zijn echter ook sporen uit de late middeleeuwen aangetroffen. Verder oversnijden enkele sporen uit de middeleeuwen elkaar. Dit wijst er op dat het terrein gedurende enige tijd in gebruik was.