Uit de proefsleuven kwamen 172 antropogene sporen die bestonden uit greppels, grachten, paalsporen en kuilen. Behalve een spieker werden geen structuren herkend. 1 kuil betreft vermoedelijk een waterput/kuil. Het aardewerk uit één van de kuilen dateert in de metaaltijden, wellicht de ijzertijd. De meeste sporen waren geclusterd en gelegen langs de Siesegembeek.
Het verkennend booronderzoek leverde geen steentijdindicatoren op waardoor geen waarderend onderzoek plaatsvond.
Bron: JANSSENS D., THOMAS H., VAN DEN BERGHE K., VAN EYNDE M. & VAN WETTER S. 2020: Nota Siesegemkouter, Adede archeologisch rapport 503, Gent.
Auteurs: Zeebroek, Inge
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Deze kuil aan de rand van de proefsleuf met zwarte rand en vulling van verbrande leem is ongedateerd.
Beschrijving:
Het enige spoor waarin aardewerk werd aangetroffen. Het bevatte 11 scherven aardewerk uit de metaaltijden, verbrande leem en houtskool.
Beschrijving:
De paalsporen werden verspreid over het onderzoeksgebied aangetroffen. Behalve een vermoedelijke spieker konden nog geen structuren worden herkend maar is er slechts sprake van palenclusters. De datering is dan ook niet gekend.