Naar aanleiding van de bouw van een commercieel pand, werd een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. De resultaten van het proefsleuvenonderzoek zijn vrij beperkt wat archeologische sporen betreft. In het noordoosten van het plangebied werden enkele kleine greppels en een lokale depressie die
waarschijnlijk natuurlijk van aard is aangetroffen. In het zuidoosten van het plangebied werd enkel een kuil die geïnterpreteerd werd als mogelijke granaatinslag en een greppel die mogelijk recent is aangetroffen. Het vondstmateriaal dat bij dit onderzoek werd aangetroffen is zeer beperkt en vertoont een hoge fragmentatie en verwering. Algemeen gaat het om drie contexten Romeinse bouwkeramiek en twee contexten aardewerk uit de late middeleeuwen. Slechts één context is afkomstig uit een spoor, namelijk één van de greppels die in het noordoosten van het plangebied werd aangetroffen. Het overige vondstmateriaal is ofwel afkomstig uit de verweringshorizont (die sterke bioturbatie vertoonde), ofwel uit een laag die als verstoord werd geïnterpreteerd. Het vondstmateriaal leverde dus weinig informatie op omtrent de aangetroffen sporen, het is louter een indicatie voor menselijke aanwezigheid ter hoogte van het plangebied in de Romeinse periode en de late middeleeuwen.