De uitgevoerde vlakdekkende opgraving bracht in totaal 40 archeologische sporen aan het licht. Een groot deel van de sporen gaan terug tot natuurlijk kreken, veelal met een noord-zuid oriëntering. In de loop van de volle middeleeuwen werden deze door de mens, al dan niet lokaal, aangepast en met O-W gerichte greppels uitgebreid in functie van een landindelingsysteem. Hierdoor ontstonden twee min of meer rechthoekige arealen met centraal een paar aanwezige afvalkuilen variërend in grootte en vorm, gevuld met vol- en laatmiddeleeuws huishoudelijk afval. De aangetroffen greppels kunnen wijzen op bewuste landindeling. Echter waarschijnlijk maken zij voornamelijk deel uit van een afwateringssysteem dat bovendien ook dient om een indeling van het terrein te maken.
Op basis van het aangetroffen aardewerk kunnen de sporen hoofdzakelijk tussen de tweede helft van de 12de en het midden van de 13de eeuw gesitueerd worden. Hoewel enkele vondsten ook wijzen op het gebruik van het terrein, zij het in mindere mate, voor het deponeren van huishoudelijk afval tot in het midden van de 14de eeuw. Dit sluit dan ook mooi aan bij de reeds gekende historische en archeologische data omtrent de middeleeuwse bewoning op de hoger gelegen zandige donk die zich op minder dan 50m van het opgravingsgebied bevindt.
Het pollen- en macrorestenonderzoek wijst op een halfopen landschap en de teelt van gerst/tarwe, rogge, haver, kool- en of raapzaad, vlas en hennep in de omgeving. Eveneens in de omgeving moet grasland gesitueerd zijn voor het weiden van vee. Verder waren veel sporen van water- en oeverplanten aanwezig met zelfs aanwezigheid van kustindicatoren (mogelijk via Schelde-overstromingen).
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: ABO NV
Beschrijving:
Tijdens de opgraving werd er verspreid een behoorlijk grote hoeveelheid vol- en laatmiddeleeuws gebruiksaardewerk en sporadisch dierlijk bot aangetroffen De
meerderheid van het aardewerk betreft lokaal geproduceerd grijs- en roodgebakken gedraaid aardewerk met een zandverschraling, Maaslandse waar en fragmenten van Rijnlands roodbeschilderd aardewerk. Deze vondsten kunnen algemeen tussen de 12de en 14de eeuw gedateerd worden. Enkele kuilen bevatten verder ook ceramisch bouwmateriaal o.a. fragmenten van tegulae en imbrices die eerder in de 12de eeuw te dateren zijn en laatmiddeleeuwse daktegelfragmenten. Wat betreft het dierlijk bot, het gaat hier voornamelijk om “consumptie” dieren dat in de vorm van slacht- of keuken afval samen met het aardewerk werden gedeponeerd.
Beschrijving:
Ondiepe N-Z gerichte kuil met grote hoeveelheid slecht bewaard dierlijk bot en tanden. Op basis van de bewaringsgraad gedateerd in de postmiddeleeeuwen.
Is gerelateerd aan
Nattenhaasdonk
Is gerelateerd aan
Pastoor-Huveneersheuvel
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Nattenhaasdonk [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/981021 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.