Er werden in totaal slechts 2 vondsten gedaan op het maaiveld. Het betrof een stuk van een Franse 2 Sols van Louis XVI uit ca. 1792 en een niet dateerbaar stuk lood. Noch onder het maaiveld, op het niveau van het archeologisch vlak, noch in de sporen, werden er bijkomende vondsten gedaan tijdens de metaaldetectie.
Tijdens het vooronderzoek met ingreep in de bodem in de vorm van proefsleuven werd voor het gehele terrein een archeologisch vlak vastgesteld tussen 40 en 50cm -mv. Bij het onderzoek werden er 9 archeologisch relevante sporen aangetroffen die voornamelijk als greppels en een aantal ondiepe kuilen uit de post-Middeleeuwen (16de - 17de eeuw) konden geïnterpreteerd worden. Op de Ferrariskaart is te zien dat deze greppels overeenkomen met de perceelsgrens die staat aangegeven op deze kaart. Twee sporen zijn te dateren in de volle Middeleeuwen (12de – 13de eeuw).
Geen van de sporen lijken nederzettingssporen te vertegenwoordigen en een relatie met archeologische en historische waarden in de omgeving kon niet worden vastgesteld.