De initiatiefnemer heeft ter voorbereiding van de aanleg van een haag op het terrein graafwerken ondernomen. Aangezien het volledige plangebied van het desbetreffend terrein zich binnen de beschermde archeologische zone van het Ottenburg plateau bevindt, werden de werken stilgelegd. Na het stilleggen werd een Toelating voor archeologisch onderzoek met het oog op wetenschappelijke vraagstelling opgesteld door BAAC Vlaanderen bvba.
Het archeologisch onderzoek van de te dichten sleuf verliep in fasen: De reeds uitgegraven grond werd bemonsterd door middel van een steekproef. Er werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om een lengteprofiel te registreren van de reeds gegraven sleuf. Ten slotte werden de residu’s afkomstig van de bemonstering van de afgegraven grond nat gezeefd om na te gaan of er zich artefacten in bevonden.
Er werden geen steentijdartefacten aangetroffen in de residu’s van de afgegraven grond. In eerste instantie kan dus geconcludeerd worden dat de beschermde archeologische site van het Ottenburg plateau niet geraakt werd door de graafwerken. De artefacten aangetroffen in het residu waren voornamelijk zeer gefragmenteerd van aard, bestaande uit aardewerk uit de 17de – 18de eeuw.