Het proefsleuvenonderzoek heeft aangetoond dat binnen de grenzen van het plangebied geen relevante archeologische sporen aanwezig zijn. De impact van de voormalige gebouwen en bijhorende nutsvoorzieningen is groot en tekent zich af als (omvangrijke) verstoringen in de bodem. Daarnaast werden op de onverstoorde delen geen relevante sporen aangetroffen. Twee proefsleuven en een kijkvenster werden aangelegd specifiek in functie van het 18de-eeuwse gebouw, maar leverde geen oudere voorloper of andere specifieke kenmerken (vloerniveaus, interne muren, beerputten, …) op. Het plangebied lijkt voor de 18de eeuw in gebruik als landbouwgebied. Bewoning komt pas voor vanaf de 18de eeuw, zoals ook aangegeven via de cartografische en historische bronnen.