Tijdens infrastructuurwerken in de ’s Graventafelstraat ter hoogte van nummer 30 werd menselijk botmateriaal aangetroffen. Op basis van de locatie vermoedde men dat het een oorlogsslachtoffer betrof. Jan Decorte van CO7 verwittigde de politie en meldde de vondst als archeologische toevalsvondst bij het agentschap Onroerend Erfgoed. Het agentschap voerde een archeologisch onderzoek uit om de gesneuvelde en zijn persoonlijke bezittingen te bergen.
Het skelet was grotendeels volledig en goed bewaard, met beperkte post-mortem fragmentatie en verwering. De gesneuvelde was een man die bij zijn overlijden tussen de 25 en 35 jaar oud was. Hij mat ongeveer 1,67 m. Naast een slecht gebit vertoonden bepaalde botten sporen van overbelasting of reuma. Hij had waarschijnlijk rugklachten. Op de onderkaak is mogelijk een peri-mortem trauma te zien. Op basis van zijn uniformresten en persoonlijke bezittingen kan de nationaliteit van de soldaat als Duits bestempeld worden. Een verdere identificatie was onmogelijk.
De laars met opschrift VIII is het enige mogelijke aanknopingspunt voor het bepalen van het tijdstip van overlijden. Op een kaart van de War Diaries van de Britse 49ste Divisie die zich begin oktober 1917 tegenover de vondstlocatie bevond en de Duitse eenheden tegenover zich identificeerde, staat de 16de Divisie aangeduid. Deze Divisie (samen met de 15de Divisie) maakte deel uit van het VIII Armee Korps. In 1917 bestond de 16de Divisie nog uit één Brigade, de 30ste met 3 Infanterieregimenten: Nr. 28, Nr. 29 en Nr. 6815. De zelfde War Dairies maken melding van het nemen van krijgsgevangenen uit deze Divisie. Uit de archieven is geweten dat de 16de Divisie op 6 oktober arriveert aan het front te Passendale. Op 12 oktober verlaat ze de frontlinie alweer. In deze periode is de Divisie zeer actief in de sector.
Het archeologisch onderzoek toonde aan dat de gesneuvelde en heel wat militair materiaal in de vulling van één grote granaattrechter terecht kwam. Verspreide natuursteenblokken, balken en planken suggereren dat er mogelijk een loopgraaf of schuilplaats vernield is bij een artillerieaanval. De meest plausibele aanval is die van 9 oktober, bekend als de ‘Slag om Poelkapelle’. Bij deze actie was het de Britse 49ste Divisie die het kruispunt Meetcheele – tevergeefs - aanviel.
Pas op 26 oktober, tijdens de 'Tweede Slag om Passendale’ slaagden de geallieerden erin om door de Flandren I stellung te breken en voorbij de vindplaats in kwestie te geraken. Met enige voorzichtigheid kan besloten worden dat de Duitse militair sneuvelde tussen 9 en 12 oktober 1917.
Auteurs: Jansen, Isabelle; Verdegem, Simon
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Slagveld Passendale
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gesneuvelde 's Graventafelstraat 30 [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/981167 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.