is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 7390
Deze aanduiding is geldig sinds
De bodem bestond uit een antropogene bovengrond waarin 2 ploeglagen werden herkend. Uit deze laag werden bij de oppervlaktekartering 17 postmiddeleeuwse aardewerkfragmenten verzameld.
Het booronderzoek leverde geen aanwijzingen op voor de aanwezigheid van een begraven paleobodem.
In totaal werden tijdens het proefsleuvenonderzoek 27 bodemsporen aangesneden. Deze bestonden uit kuilen en greppels.
Auteurs: Van Liefferinge, Nick
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Tijdens de oppervlaktekartering werden 17 kleine postmiddeleeuwse aardewerkfragmenten opgeraapt. Deze kunnen wellicht geïnterpreteerd worden als bemestingsafval.
Beschrijving:
Talrijke greppelstructuren met een oost-west oriëntatie wijzen er op dat het terrein in het verleden intensief werd gedraineerd.
Beschrijving:
In totaal werden 12 kuilen aangetroffen waarvan 2 grotere kuilen met zekerheid van antropogene aard.
Eén van de grotere kuilen werd gecoupeerd. Het profiel vertoonde een trapeziumvormige uitgraving tot een diepte van 88 cm
onder het aanlegvlak. Er zijn vier vullingen te onderscheiden. De bovenste vulling bevatte fragmenten van dierlijk bot. Mogelijk gaat het om een relict van postmiddeleeuwse off-site activiteiten bij één of meerdere woonplaatsen (bvb. zandontginning) of historische agrarische activiteiten.