Bij de aanleg van een nieuw terras aan de achterzijde van het kasteel stootte men op muur- en vloerrestanten, net buiten de contouren van het nieuwe terras, aan de rand van de werkput.
Het gaat om een zware, dikke muur die loodrecht op het kasteel loopt (en volgens de eigenaar nog verder doorloopt in het kasteel), met aan de binnenzijde de overgang van twee overwelfde kelders met tussenboog. Een boogvormige muur tegen de buitenzijde van de muur is mogelijk de laatste restant van een torentje. Bovenop de restant van de zware muur lijken baksteenlagen te wijzen op inwerking in een latere constructie. Ten oosten van de zware muur kon op twee plaatsen de vloer van de kelderruimte vrij gelegd worden die bestaat uit rode bakstenen in visgraatmotief.
De baksteenformaten wijzen voor het muurwerk naar de 14de eeuw, wellicht eerste helft 14de eeuw, naar het midden van de eeuw toe. Het kan niet met zekerheid gesteld worden dat de vloerrestanten uit dezelfde periode dateren, of iets later aangelegd zijn. Het muurwerk bewijst alvast een bouwfase
van het mottekasteel in de eerste helft – midden 14de eeuw. De baksteenformaten zijn met zekerheid ruim vóór de verbouwing door Clemens van Castilië rond 1600 te dateren.