In het kader van de aanleg van een parkzone werd het onderzoeksgebied onderzocht op de aan- of afwezigheid van archeologische indicatoren. Door middel van boringen (zowel verkennend als waarderend) werden verschillende stalen genomen die de aanwezigheid van steentijdartefacten moesten aantonen. Er werden echter maar weinig dergelijke artefacten gevonden.

Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden er 12 sporen geregistreerd: 7 kuilen, 4 greppels en 1 bomkrater. Eén greppel bleek aanwezig te zijn op enkele 19de-eeuwse kaarten. Daarenboven kon ook een aanvullende reeks verstoringen hierop als greppel herkend worden. Daarnaast kwam op de luchtfoto van 1944, naast de reeds geregistreerde bomkrater, drie sterk verstoorde zones overeen met de bomkraterlocaties op de foto. Deze bomkraters werden door hun grote hoeveelheid aan puin en baksteenfragmenten vermoedelijk niet als dusdanig herkend.