Uit het landschappelijk bodemonderzoek is gebleken dat er in één van de vier onderzochte zones een relatief goed bewaarde bodem aanwezig was. Tijdens het verkennend archeologisch booronderzoek werden hier echter geen steentijd-indicatoren aangetroffen. Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden, verspreid over zone 2 en zone 4 verschillende archeologische sporen aangetroffen, bestaande uit greppelsegmenten, paalsporen en kuilen. Door het ontbreken van vondstmateriaal kan vooralsnog geen situering in tijd vooropgesteld worden. Het proefsleuvenonderzoek in zone 1 en zone 3 heeft slechts recente verstoringen opgeleverd.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: BAAC Vlaanderen bvba; GATE